Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dimensie

betekenis & definitie

Dimensie beteekent oorspronkelijk afmeting (lengte, breedte, hoogte).

1° Wiskunde. Het begrip werd uitgebreid: men spreekt van de d. van de ruimte, een vlak, een lijn. Men zegt dan, dat de ruimte drie d. heeft, omdat er drie coördinaten noodig zijn om in de ruimte een punt ondubbelzinnig vast te leggen. Voor een punt op een gebogen of plat vlak zijn twee coördinaten noodig om het éénduidig te bepalen; een vlak heeft derhalve twee dimensies. Om een punt op een gegeven rechte of kromme lijn éénduidig vast te leggen is slechts één coördinaat noodig, zoodat een lijn één d. heeft. Men zegt ook: de ruimte, het vlak, de lijn zijn resp. drie-, twee-, ééndimensionaal. De getallen drie, twee, één heeten de dimensiegetallen van de ruimte, het vlak, de lijn. Naast de meetkunde in de driedimensionale ruimte ontwikkelden zich later nog de → meerdimensionale meetkunden, waarvan in de relativiteitstheorie van Einstein de → vierdimensionale meetkunde (lengte, breedte, hoogte, en tijd als imaginaire coördinaat) de belangrijkste toepassing vindt.

Lit.: K. Menger, Dimensionstheorie (1928, zeer technisch); H. de Vries, De vierde demensie (21925). Drost

2° Natuurkunde. Al de grootheden der natuurkunde kunnen door 3 willekeurige eenheden uitgedrukt worden, die men grondeenheden noemt; de andere, die met. behulp der grondeenheden uitgedrukt worden, zijn afgeleide eenheden. Hoofdzakelijk heeft men 2 stelsels van grondeenheden: het C.G.S. stelsel, waar men den centimeter, de gram en de seconde als grondeenheden neemt, en het M.T.S. stelsel, voornamelijk in gebruik in de Fransche nijverheid, dat den meter, de ton en de seconde tot grondeenheden heeft. De afgeleide eenheden zijn met de grondeenheden door vergelijkingen verbonden, waaide grondeenheden in voorkomen met een exponent: die exponenten noemt men de dimensiën der afgeleide eenheden. De grondeenheden van lengte, massa en tijd worden gewoonlijk door de letters L, M en T in de dimensievergelijkingen aangegeven. Zoo bekomt men als dimensievergelijking voor de eenheid van kracht: k = MLT-2, voor de eenheid van arbeid ML2T-2. De dimensievergelijkingen zijn van groot nut in de theoretische natuurkunde, daar beide leden der vergelijking dezelfde dimensiën moeten hebben. Wouters