Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dendermonde

betekenis & definitie

Dendermonde - hoofdstad van een bestuurlijk en rechterlijk arrond. in de prov. Oost-Vaanderen, is gelegen aan de monding van de Dender, op den rechteroever van de Schelde, 32 km van Antwerpen.

Door straatwegen en spoor verbonden met al de omliggende steden, is D. een zeer belangrijk centrum van verkeer en was daarom tot 1914 op militair gebied een omwalde en versterkte plaats. Opp. 805 ha, ca. 10 000 inw.

Geschiedenis.

De stad bestond reeds in de 10e eeuw, hoewel de naam „Tenremunde” slechts voor het eerst in een oorkonde van 1080 voorkomt. In 1233 bekomt de heerlijkheid Dendermonde een keure van Robrecht, voorstander van Atrecht. De stad wordt door de Gentenaren (Ackerman) belegerd in 1379. Op 4 Oct. 1516 bespreken te D. de Prins van Oranje, de graven van Nassau, Egmont, Hoorne en Hoogstraten de toestanden der Spaansche Nederlanden.

In 1667 wordt de stad tevergeefs door Lodewijk XIV belegerd. Het Bareeltraktaat (1715) bepaalt te D. een Hollandsch en Oostenrijksch garnizoen. D. werd in 1572 vernield door de Spanjaarden en op 4 Sept. 1914 stelselmatig door Duitsche pioniers in brand gestoken; bijna niets bleef gespaard.

Bezienswaardigheden:

De O.L.V. kerk, uit de 12e eeuw, in de 14e e. herbouwd; de torenspits werd eerst in 1909 voltrokken. Zij bewaart ware kunstschatten met o.m. twee doeken (Christus aan het kruis en geboorte van Chr.) van Van Dijck; twee andere (de verheerlijking van Maria, de Pestlijders) van De Craeyer; een drieluik, de Transfiguratio (het middenstuk ontbreekt) van David Teniers den Ouderen; basreliëfs (St. Anna-altaar) en beeldhouwwerk (oksaal) van Quellijn; een zeer merkw. monoliete doopvont uit de 10e eeuw en talrijke grafzerken uit de 14e en 15e eeuw. Aan het stadhuis (afb.) met belfort, voorheen de Lakenhalle,werd gewerkt van 1337 tot 1403. De na-oorlogsche restauratie eerbiedigde de groote lijnen van deze van 1890, onder stadsbouwmeester E. Bouwens. In de vertrekken, doeken van vsch. moderne schilders (Courtens).

Het Stadsmuseum, de vroegere Vleeschhalle, met zijn typisch seinkloktorentje is uit het begin 15e eeuw (afb.). Het begijnhof bestaat sedert de 16e eeuw. De gevel van het College (voorheen Wezenhuis) in neo-Byzantijnschen stijl is van 1845. Het gerechtshof, het klooster der Zwartzusters en de Benedictijner abdij zijn na-oorlogsche aanwinsten van waarde. Er is een standbeeld van pater De Smet S.J. en van Prud. Van Duyse.

Beteekenis.

Al heeft de stad wegens haar wallen zich niet normaal kunnen uitbreiden, toch is D. met de omliggende dorpen een nijverheidscentrum en een marktplaats van belang. De textielnijverheid met katoenspinnerijen, ververijen en weverijen; uitgebreide bedrijven Vertongen-Goens (500 arb.) voor scheepstouwen en koordenfabricage.

Verzorging der bevolking:

twee parochiekerken, een abdijkerk; vsch. openbare kapellen o.m. die der zusters Carmelitessen, de Arme Claren, van het hospitaal en van het begijnhof. Sted. Academie voor schoone kunsten, ambachtschool en muziekschool; Staats Midd. school voor jongens en meisjes; Bisschoppelijk College (ca. 700 leerl.) met lager en midd. onderwijs benevens volledigen cyclus voor Grieksch-Latijnsche humaniora; pensionaat, met lager, midd. en beroepsonderwijs voor meisjes, gehouden door de Zusters van den H. Vincentius; vrije vak- en technische school. Een sted. gasthuis en een privaat instituut (St. Blasius) ter ziekenverpleging en heelkunde.

Te D. werden geboren: J. Baerse, beeldhouwer (14e eeuw): David Lindanus, geschiedschrijver († 1615); Prudens Van Duyse; pater De Smet S.J.; Emanuel Hiel; Lod. Dosfel; Courtens.

Lit.: P. G. De Maesschalck, Oud Dendermonde (Dendermonde 1901); De Vlaminck, De stad en heerlijkheid van D. (7 dln. 1874); Gedenkschriften des Oudheidkundigen krings v. D.

Blancquaert.

Abdij van Dendermonde.

Het voormalig Capucijnenklooster te Dendermonde (gesticht 1595, opgeheven 1796) werd in 1837 aangekocht door de overgebleven monniken der abdij Afflighem, en D. Veremundus D’Haens herstelde er zijne aloude abdij (St. Pieters en Paulus-abdij). In 1858 werd het klooster vereenigd met de Sublacenser Provincie der Casineesche Congregatie (sinds 1872 Congregatie van Subiaco). Vanuit Dendermonde werd het kloosterleven hersteld te Afflighem (1870) en door Dendermonde en Afflighem samen werd een derde klooster gesticht te Steenbrugge in 1879.

Het oude Capucijnenklooster werd in 1886 herbouwd in Gotischen stijl; het oude kerkje werd door een groote Gotische kerk vervangen (1900-1902). Behalve de bibliotheek en een gedeelte der kerk, werd de abdij geheel door brand vernield (6 Sept. 1914). In 1919-1924 werd de kerk hersteld, en twee vleugels opgebouwd in den eigen bouwtrant van Dendermonde en Meetjesland, naar de plannen van bouwmeester V. Vaerewyck.

Sinds 1906 zijn kloosterlingen der abdij werkzaam in de missie (prefectuur sinds 1910) van Noord-Transvaal.

Lit.: Archief der abdij; Berlière, Coup d’oeil hist. sur l’O. bénédictin en Belgique, Rev. liturg, et monast. (1929); A. Van Kempen, De adijkerk van Dendermonde (1902).

De Clercq.