Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Daemen

betekenis & definitie

Daemen - 1° Adam, apostolisch vicaris der Hollandsche Zending; * ca. 1670 te Amsterdam, ✝ 30 Dec. 1717 te Keulen; studeerde theologie en rechten, vestigde zich na zijn priesterwijding te Keulen, waar hij eenige beneficiën verwierf; verleende den provicaris Th. de Koek na diens verbanning gastvrijheid, maakte studie van de troebelen in de Hollandsche Zending, werd als onpartijdig onbekende door den Keulschen nuntius aanbevolen voor de benoeming tot ap. vic., 8 Febr. 1707 benoemd en 25 Dec. 1707 te Keulen door dezen nuntius gewijd tot aartsbisschop van Adrianopel. Door de houding van het zgn. metropolitaan kapittel mislukte de beoogde verzoening.

D. had zich te Amsterdam gevestigd ten huize van zijn moeder, werd 26 April 1707 uit Holland gebannen, vroeg 10 Maart 1711 ontslag, maar schijnt dit eerst kort voor zijn dood verkregen te hebben, ofschoon de Zending reeds 1711—1712 rechtstreeks bestuurd werd door den Keulschen en 1712—1717 door den Brusselschen nuntius. Rogier Lit.: Jansen in Nw. Ned. Biogr. Wbk. (IV, 489 vlg.).

2° Catharina (Moeder Magdalena), stichteres van de Congregatie der Zusters van Boetvaardigheid en Christelijke Liefde, ook Franciscanessen van Heythuizen genoemd; * 19 Nov. 1787 te Ohé en Laak (Limburg), ✝ 7 Aug. 1858 te Heythuizen. Zij was een eenvoudig, ongeletterd boerenmeisje, godsdienstig van aard. Op 30-jarigen leeftijd verzocht zij opgenomen te worden in een vereeniging van derde-ordelingen van den H. Franciscus te Maeseyck. Van hier uit werd zij in 1825 naar Heythuizen gezonden om zich daar met het onderwijs der jeugd te belasten. Op 10 Mei 1835 vestigde zij zich met 3 gezellinnen in de „Kreppel” te Heythuizen, het tegenwoordige Moederhuis en pensionaat „St.

Elisabeth”. Dit was het begin van de thans bloeiende congregatie (→ Franciscanessen). Moeder Magdalena was voor haar medezusters een voorbeeld van alle kloosterlijke deugden en muntte bijzonder uit door een onwrikbaar vertrouwen op Gods Voorzienigheid. Haar lijfspreuk was: God zal er in voorzien. Zij stierf in geur van heiligheid.

Lit.: zr. M. Paula Münster, Gesch. v. d. Congreg. der Zrs. Franciscanessen van Boetvaardigheid en Christ. Liefde (uit het D. vert. door zr. M. Aquina Karthaus; Heythuizen 1911); zr. M. Dolores, „God zal er in voorzien” (1930). J. v. Rooij.

Daemoni-fugium of Jaag den Duivel wordt het Sint Janskruid genoemd, omdat in het volksgeloof demonenwerende kracht eraan werd toegekend.