Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Classis

betekenis & definitie

Classis - (Lat.), 1° bij de Romeinen, het opgeroepen gedeelte van het volk voor den krijgsdienst: de burgers van één der vijf vermogensklassen. De cives infra classem zijn zij,wier fortuin kleiner is dan dat der vijfde klasse. Verder beteekent Classis: landmacht; meestal: vloot. Davids.

2° Een term, welke thans bijna uitsluitend gebruikt wordt in sommige Protestantsche kerkgenootschappen, vooral in de Nederlandsch Hervormde Kerk, ter aanduiding van een combinatie van ringen: een ring is dan weer een combinatie van gemeenten.

Uit de classis worden gevormd: a) de classicale vergadering, bestaande uit alle predikanten van de classis plus zooveel ouderlingen als er predikantsplaatsen zijn. Zij benoemen de leden van het classicaal bestuur en geven hun advies over de door de Synode toegezonden reglementswijzigingen en nieuwe bepalingen. Besturende macht hebben ze echter niet.

b) Het classicaal bestuur, een klein gesloten college, dat door de organisatie der Herv. Kerk van 1816 groote macht kreeg ten koste van de classicale vergadering. Dit bestuur heeft het toezicht over de gemeenten der classis, behandelt geschillen, tuchtzaken en kan ouderlingen en diakenen schorsen. Indirect oefent het ook invloed uit op de samenstelling van de Synode, daar de classicale besturen de Provinciale Kerkbesturen kiezen, die op hun beurt weer de Synode kiezen.

Na 1816 heeft het niet aan pogingen van orthodoxe zijde ontbroken, om aan de classicale vergaderingen haar oude macht terug te geven, en de classicale besturen, welker invloed zij geheel in strijd achten met de presbyteriale kerkorde, van hun macht te berooven. De „orthodoxen” willen, dat de classicale vergaderingen de Synode zullen kiezen. Daar van de 44 classes, waaruit de Hervormde Kerk bestaat, er 33 in meerderheid „orthodox” zijn, hopen zij door die verandering tevens een in groote meerderheid „orthodoxe” Synode te verkrijgen. Tot nu toe zijn al die pogingen gestrand op het conservatisme van de vrijzinnigen, die onder de thans vigeerende organisatie een grooten invloed uitoefenen. Taal.

< >