Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Christus-Orde

betekenis & definitie

Christus-Orde - 1° geestelijke ridderorde, in 1318 door koning Dionysius van Portugal gesticht en tot diep in den modernen tijd machtig en bloeiend. De groote bevoegdheid, door den Paus aan den grootmeester (die altijd lid was van het koninklijk huis) verleend, en het patronaat der Orde over de Portugeesche missiën, zijn aan de Afrikaansche en Aziatische missies zeer ten goede gekomen. Maar daarin lag ook de oorsprong van het Portugeesche ➝ patronaatsrecht, dat tot zooveel verwikkelingen met den H. Stoel, ten nadeele der geloofsprediking, heeft geleid, en ten slotte uitliep op het ➝ Goaneesche Schisma (1838-’86).

In 1797 werd de Christus-Orde geseculariseerd; ze was nu een wereldlijke orde van verdienste, in Brazilië tot 1890, in Portugal tot 1910.

Lit.: Jann, Ursprung des kgl. Patronates i. d. Portug. Koloniën (1914).

2° Hoogste pauselijke onderscheiding voor burgerlijke en militaire verdiensten. Gesticht 1847 door Pius IX, opnieuw bevestigd door Pius X in 1906 (zie Acta Sanctae Sedis van dat jaar). De Christus-Orde heeft slechts één klasse, en wordt zelden, gewoonlijk slechts aan vorstelijke personen, verleend. Ordesteeken: rood emailkruis met wit hartkruis en een kroon erboven, gedragen aan gouden ketting.

Gorris.