Charleroi - stad in het O. van de prov. Henegouwen; opp. 366 ha, ruim 28 000 inw. C. is gelegen aan den samenloop van Piéton en Sambre; ontwikkelt zich trapsgewijze van Z. (ville basse) naar N. (ville haute en Faubourg). Middelpunt eener machtige industriestreek met ruim 300 000 inw.: steenkoolmijnen, ijzer- en staalfabrieken, electrische- en glasfabrieken, bierbrouwerijen. Kanaal van C. naar Brussel, bevaarbare Sambre-rivier; spoorwegcentrum; talrijke electrische tramwegen; autobusdienst voor omgeving en naar Brussel. Officieele en vrije onderwijsinrichtingen van den hoogeren middelbaren graad; provinciale universiteit van den Arbeid en Technische School van de Aalmoezeniers van den Arbeid; ambachtsscholen.
Oudheidkundig museum; bezienswaardige kerken, met schilderijen o.a. van Navez en Portaels: St. Christoffel (ville haute) en St. Anthonius (ville basse); kapel van Notre Dame du rempart.
C. heeft weinig historische monumenten, het is een jong nijverheidsmiddelpunt. In 1666 werd een vesting gebouwd op den linker oever van de Sambre, waar het dorpje Chamoy lag; door de bescherming van Karel II, koning van Spanje, nam de bevolking snel toe. Herhaaldelijk belegerde en vernielde vesting, door Vauban herbouwd. Gedurende den Wereldoorlog werden er te C. en in de omgeving bloedige gevechten geleverd.
Bekken van Charleroi industriegebied met ca. 300 000 inw., waarvan C. het centrum vormt en dat zich uitstrekt in de W—O. gerichte steenkoolformatie, waar talrijke mijnputten voorhanden zijn, in de dalen en aan den samenloop van Sambre, Piéton en Eau d’Heure. De steenkoolgrondstof heeft hier talrijke nijverheidstakken doen ontstaan, waaronder vooral de machtige metaalindustrie. Vroeger bestonden m het bekken van C. talrijke glasblazerijen, die thans stilaan verdwijnen ten gevolge vooral van de mechanische opbrengst.
Bezienswaardigheden in den omtrek: Loverval met bosschen en villa’s, Landelies en ruïne van de abdij van Aulne, Lobbes met Romaansche kerk, Thuin, kasteel van Trazegnies, park en museum van Mariemont.
Lit: Documents et rapports de la Société archéologique de Charleroi; E. Baussart en. M. Cambier, Le Pays de Charleroi (Gembloux 1928); A. Lemaire, L’Invasion Allemande au Pays de Charleroi (Brussel en Leuven 1930).
