Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Centrale voor volksontwikkeling

betekenis & definitie

Centrale voor volksontwikkeling - De C.V.O. is het centraal organisme, dat zich, binnen het verband van het Algemeen Christen Werkersverbond van België (A.C.W.), bezig houdt met het werk der arbeidersopvoeding. Opgericht in 1929, in werking sedert 1 Dec. 1930; heeft zich tot heden (1934) hoofdzakelijk bezig gehouden met de opleiding van de bestuursleden der arbeidersorganisaties. Daartoe bestaan de gewestelijke sociale scholen, de studiekringen, de godsdienstige oefeningen en de bestuursvergaderingen.

Gewestelijke sociale scholen (1934): in het Vlaamsche land 24, in het Waalsche land 19; 1162 cursisten. Bovendien volgden 41 leerlingen de school van Gent, 177 die van Antwerpen. Het grootste deel der leerlingen telde van 20 tot 30 jaar. Meer dan ¾ der leerlingen waren arbeiders.

In 1933—’34 telden de Christelijke arbeidersorganisaties in het Vlaamsche land 225 studiekringen, waarin meer dan 3 000 volwassen arbeiders, meestal bestuursleden, een algemeene vorming hebben ontvangen.

In 8 van de 18 Vlaamsche arrondissementen wordt ook een methodische, godsdienstige vorming aan de bestuursleden verzekerd, hoofdzakelijk door de recollectieavonden en verder door de recollectiedagen, triduüms en hier en daar gesloten retraiten.

Als leidersbladen van de C.V.O. heeft men voor het Vlaamsche land „De Gids op Maatschappelijk Gebied”, dat maandelijks verschijnt en 2 000 abonnenten telt; voor het Waalsche Land „Les Dossiers de l’Action Sociale Catholique”, eveneens een maandelijksch tijdschrift met 1 300 abonnenten.

De C.V.O. verspreidt ook schema’s van lessen voor de studiekringen; hoofdartikels voor de weekbladen van de organisaties, „Handboek voor inlichtingsbureelen”, een gedrukt „Documentatie-bulletijn” voor de leiders der werkliedenorganisaties. → Arbeidersontwikkeling.

Lit.: Verslag Xle Congres van het A.C.W. 1933 ; Rubriek der C.V.O. in De Gids op Maatschappelijk Gebied. H. Kuypers