Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Calorie

betekenis & definitie

Calorie - Eenheid voor het meten van warmtehoeveelheden. Natuurkundige bepaling: hoeveelheid warmte noodig om de temperatuur van één gram water één graad te laten stijgen.

Daar deze hoeveelheid warmte nog afhangt van de temperatuur van het water, wordt als juistere definitie voor de calorie aangenomen: de hoeveelheid warmte om de temperatuur van één gram water van 16° op 16° C te brengen. Voor metingen tusschen 0° en 100° en die slechts een nauwkeurigheid van 1% vereischen, volstaat de eerste definitie. In dit geval is de hoeveelheid warmte noodig om de temperatuur van M gram water te laten stijgen van t1°C tot t2° C: M. (t2—t1) cal. Omgekeerd, bij een afkoeling geeft M gram water M. (t2—t1) cal af aan de omgeving.

Als praktische en veel grootere eenheid wordt dikwijls gebruikt de groote calorie. Deze heeft betrekking op één kilogram water, vandaar ook kilocalorie genoemd. Deze eenheid is duizend maal zoo groot als de kleine calorie.

Daar warmte een vorm van arbeidsvermogen is, stemt er met één cal een zeker bedrag energie overeen (het mechanisch aequivalent der calorie). Dit mechanisch equivalent werd bepaald door Joule, Puluj, Rowland. Het mech. aequivalent der 15° cal bedraagt 426,9 g gew. X m = 4,186 X 107 erg = 4,184 Joule. “V. Itterbeek