Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brinckerinck

betekenis & definitie

Brinckerinck - Joannes, een der verdienstelijkste volgelingen, „apostelen”, en medewerkers van Geert Groote, bij wien hij zich in 1380 aansloot. * 1359 te Zutphen, † 26 Maart 1417 te Deventer. Priester gewijd, werd hij als rector van het Meester-Geertshuis te Deventer aangesteld.

Terwijl hij door zijn leiding den goeden naam van dit huis herstelde en de andere vier zusterhuizen in de stad stichtte of van ondergang redde, begon hij met de medewerking van Zwedera van Runen in 1400 het nonnenklooster van Diepenveen, dat in 1408 met 12 nonnen geopend, in 1412 bij de congregatie van Windesheim werd ingelijfd. Van dezen vooral om zijn opbeuring van het geestelijke leven te onzent beroemden man zijn nog een achttal vrij ongekunstelde collaciën, volgens aanteekeningen van Lijsbeth van Delft, bewaard, die ons slechts onvoldoende over zijn welsprekendheid laten oordeelen. B.’s richting was meer practisch dan contemplatief. Hij stierf in geur van heiligheid. Uitg.: door W. Moll, in Kerkhist. Archief (IV, 866). — Lit.: W. J. Kühler, J. Br. en zijn klooster te Diepenveen (1908).

V. Mierlo.