Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boomleeuwerik

betekenis & definitie

Boomleeuwerik - Lullula arborea, ook heileeuwerik genoemd. Kleur: een mengsel van bruin en grauw, dat bij nauwkeuriger aanschouwing een wonderbaar schoon geheel oplevert.

Zit een vogel te broeden, dan trapt men er op, voor men hem ziet. De zang, hoewel eenvoudig, is van een wondere helderheid en bekoorlijkheid. Reeds eind Februari kan men zijn gezang hooren. Waarschijnlijk trekken de b. uit het Oosten van Ned. een paar maanden naar het Westen, waar ze in den winter in de duinen en om de voormalige Zuiderzee veel zijn waar te nemen.

De b. is de kleinste van alle leeuweriken. Het nest is van mos, halmen en worteltjes in een kuiltje in den grond vervaardigd. Het voedsel bestaat uit allerhande zaden en insecten.

Bernink.