Kenner van het Makassaarsch en het Boegineesch. * 16 Jan. 1818 te Amsterdam, ✝ 9 Oct. 1908 te Nijmegen. Opgeleid voor predikant, voelde M. meer voor taalstudie. In 1848 aangesteld tot en in 1849 uitgezonden als afgevaardigde van het Ned.
Bijbelgenootschap ter beoefening van Makassaarsch en Boegineesch en tot het uitgeven der middelen tot het aanleeren dier talen om daarna den Bijbel in die beide talen over te zetten. Na eenige jaren verscheen een Makassaarsche spraakkunst. In 1858-’61 en 1869-’75 vertoefde M. in Nederland, om in laatstgenoemd jaar op verzoek der regeering als hoofd der op te richten kweekschool ter opleiding van Inlandsche onderwijzers te Makassar op te treden.
In 1880 legde M. deze betrekking neer en keerde naar Ned. terug. Behalve zijn Makassaarsche spraakkunst zijn M. ’s voornaamste werken een Boegineesche spraakkunst, een Makassaarsch-Hollandsch woordenboek, een Makassaarsche en een Boegineesche chrestomatie, en een vertaling van den geheelen Bijbel in beide talen.Lit.: Jaarb. der Kon. Akad. v. Wetensch. (1910) ; Levensber. der afgestorven medeleden v. d. Mij. der Ned. lett. (1909). Olthof