Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Barberini

betekenis & definitie

Barberini - Ital. adellijk geslacht, genaamd naar het stamgoed Barberino in Toscane. Dankt titel en rijkdom aan Maffeo B., die 1623 paus werd met den naam Urbanus VIII.

Antonio de Oudere (*1569, † 1646), broer van Urbanus, Kapucijn, werd in 1624 tot kardinaal verheven; later bisschop van Sinigaglia, groot-penecencier en prefect van de Vaticaansche bibliotheek.

Francesco de Oudere (*1597, † 1679) en Antonio de Jongere (*1607, † 1671), neven van Urbanus, werden door dezen eveneens tot het kardinalaat verheven, Francesco in 1623, Antonio in 1627, terwijl hun broer Taddeo in 1631 het hertogdom Urbino ontving. Toen Innocentius X rekenschap vroeg, vluchtte Antonio met zijn twee broers naar Frankrijk. Verzoend op voorspraak van Lodewijk XIV keerden ze naar Italië terug. Antonio was later bisschop van Poitiers, aartsbisschop van Reims, bisschop van Palestrina (It.).

Met den dood van kardinaal Francesco de Jongere in 1738 eindigde de mannelijke linie der B. Daar onder Urbanus’ bestuur veel ruïnen waren verwoest ten behoeve van nieuwe gebouwen (bijv. het Quirinaal, waarop het Palazzo B. gebouwd werd), was het gezegde ontstaan: Quod non fecere Barbari, fecere Barberini (= Wat de Barbaren niet hebben gedaan, hebben de Barberini gedaan).