Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Baers

betekenis & definitie

Baers - 1° Joris, algemeen secretaris van het Verbond der Katholieke boekerijen van Vlaanderen. * 1888 te Antwerpen, priester, nam zeer actief deel aan de organisatie van het Kath. bibliotheekwezen door het oprichten van het Verbond, het stichten van het bibliographisch tijdschrift Boekengids (1923). Staat aan het hoofd van de modelboekerij St.

Michiel te Antwerpen. Schreef brochures over het bibliotheekwezen en gaf het Roman-repertorium uit (I 1932).

A. Boon. 2° Margriet Maria Carolina, zuster van Joris en Maria B., professor in de experimenteele zielkunde aan de Hoogeschool voor Vrouwen te Antwerpen, waarvan zij een der oprichters (Oct. 1919) en de eerste bestuurster was. Doctoreerde in de wijsbegeerte (1918) aan de Kath. hoogeschool te Freiburg (Zw.), en was een der eerste Kath. vrouwen in België, die een universitairen graad behaalde. * 25 Juni 1889 te Antwerpen, † 12 Oct. 1922. Niettegenstaande haar degelijke wetenschappelijke onderlegdheid, toch ook zeer vrouwelijk. Onderscheidde zich bij het verzorgen van gekwetsten in de ambulances te Antwerpen en door de zorg voor de Belgische vluchtelingen in Zwitserland.

Lit.: Sed exultemus (Brugge 1923).

V. Gestel.
3° Maria Gabriella, zuster van Joris en Margriet B., charitatief en sociaal werkster, lid van den Hoogeren Arbeidsraad en van den Raad van de sociale scholen voor Maatschappelijk Dienstbetoon; maakt deel uit van het bestuur van de Int. Unie der Kath. Vrouwenbonden en van het Int. Chr. Vakverbond; secretaresse van de Kath.

Int. Unie van Maatsch. Dienstbetoon (Union Int. Cath. de Service Social) en lid van de Commission des questions feminines bij het Int. Arbeidsbureau.

Bezielende en invloedrijke persoonlijkheid met veel initiatief en groote verdiensten voor de Kath. vrouwenbeweging in België. * 20 Sept. 1883 te Antwerpen. In 1912 bracht zij te Brussel in samenwerking met Victoire Cappe het „Algemeen Secretariaat der Christelijke Vrouwenvakvereenigingen” tot stand, dat in 1917 wegens zijn gewijzigde werkzaamheid betiteld werd „Algemeen Secretariaat der Christelijke sociale vrouwenwerken voor België” en onder haar leiding een veelzijdige en intense activiteit aan den dag legde. Het werd de zetel en het uitgangspunt van zoowat alle takken van Kath. vrouwelijke actie op sociaal gebied (zie Vrouwenbeweging).

Als studiewerk hield zij zich bezig met den beroepsarbeid der vrouwen, vooral wat betreft den huisarbeid, alsook de voorwaarden en gevolgen van den loonarbeid der gehuwde vrouw. Op haar initiatief kwamen o.m. tot stand de Centrale van Christelijke Vrouwengilden en de Sociale Normaalschool te Brussel.

V. Gestel.