Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Aroe-eilanden

betekenis & definitie

Aroe-eilanden - (inlandsche naam Jaroe, Jaar).

1°Eilandengroep in de residentie Ambo in a, gouvernement der Molukken, N.O.I. Voornaamste eilanden: Wokam, Kobroör, Koba, Trangan en Warnar.

Oppervlakte: 8 614 km2. Ligging : in den meest O. hoek van de Mo lukken, tusschen 5° 18'—17° 5' 25" Z. en 134° 8'—134° 56' O.

Opbouw en reliëf: deA. liggen aan den rand van het vroegere continent, waarvan het tegenwoordige vasteland van Australië, Nieuw-Guinea en het Sahoel-plat. (beider verbinding onder de Arafoerazee) deel uitmaakten. De geulen tusschen de lage eilanden (verschillende van koraal-formatie) zijn wellicht óf overblijfselen van groote rivieren, die vroeger door het continent stroomden, óf scheuren en flexuren, veroorzaakt door de daling (inzinking) der Arafoerazee. Flora: veel ijzerhout (intsia), verder kokos- en sago-boomen, orchideeën enz. Fauna: herten, varkens, casuarissen, paradijsvogels (de paradisea apoda alléén hier), papegaaien, boschhoenders, schildpadden, krokodillen, parelmoer, schelpen (margaritifera maxima Jameson), tripang (holothuria) enz.

Klimaat: tropisch. Lange O., korte W. moesson. Gemiddelde jaarlijksche regenval 2 161 mm.

Bevolking en godsdienst: 18139 zielen, waarvan 152 Europeanen en 437 Chineezen en andere vreemde Oosterlingen. Op den voorwal (W. kust) leeft een zeer gemengde bevolking, meest Mohammedaan; op den achterwal (O. kust) wonen de Aroeneezen, een overgangstype van het Maleische naar het Papoeëesche ras. Oorspronkelijk heidensch, zijn velen tot het Prot. Christendom overgegaan. De Ind.

Kerk heeft op A. 37 inlandsche leerkrachten en 45 gemeenten met 5 000 Christenen. B bestaansbronnen: De bevolking leeft van tuinbouw, jacht en visscherij. 1897 begon Sèh Saïd Baadilla de parelvisscherij op groote schaal. Sedert 1905 verpacht de Regeering het vischgebied aan de Celebes Trading Cy. Opbrengst ’s j a a r s : 300 a 400 ton schelpen = 600 a 700 000 gld. Andere uitvoer: ijzerhout, vroeger ook paradijsvogelhuiden, tripang enz. 3 100 ha is voor kokoscultuur door landbouwondernemingen ontgonnen.

Geschiedenis: 1512 door de Portugeezen ontdekt. 1623 werden de A. door Carstensz onderworpen. Ban da kreeg den alléénhandel. 1660 werd op Wokam een fort gebouwd. Sedert 1882 is het Ned. bestuur op A. gevestigd.

2° Onderafdeeling in de residentie Ambo in a; bestaan uit de eilanden van dien naam. Hoofdplaats Dobo. Civiel bestuur.

L i t.: J. G. Riedel, De sluik- en kroesharige rassen tusschen Celebes en Papua (1886); Baron G. W. W. C. v. Hoëvell, De Kei-eil., Aroe-Timorlaoet-eil., afdeeling Babar-Leti-eilanden (Tijdschr. voor Taal- en Volkenkunde XXXIII); P. V. v. Kampen, De paarl- en paarlmoervisscherij langs de kusten der Aroe-eil. in Mededeelingen visscherij station (Batavia 1908).

Cappers.