Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Arabesk

betekenis & definitie

Arabesk - heet in de beeldende kunst een voortloopende, op verschillende wijzen ineengestrengelde siervorm. Het woord heeft, wat zijn nadere bepaling aangaat, in den loop der tijden een geheel verschillende beteekenis gekregen. Allereerst verstaat men onder a. een vlak ornament, uit voortloopende geometrische figuren bestaande. Deze figuren kunnen hoekig zijn, doch nemen spoedig en meer algemeen rondere vormen aan (spiralen), waaruit dan gestyleerde bloemen en gestyleerde, meestal overlangs doorgesneden, halve bladeren ontspruiten.

Een dergelijk siermotief is overheerschend in de Islamietische (Arabische) kunst. Daar de leer van den Islam, om afgoderij tegen te gaan, het afbeelden van levende wezens verbiedt, hebben zich de Mohammedaansche sierkunstenaars beperkt tot geometrische en plantenmotieven. De naam a. (It. rabesco) kwam met het ornament naar het W., verloor daar echter spoedig zijn specifieke beteekenis, zoodat de op decoraties uit den Romeinschen keizertijd geïnspireerde versieringen, door Raffael en zijn school in de loggia’s van het Vaticaan gebruikt, ook al „rabeschi” genoemd werden. Meer en meer verdwijnt het onderscheid; ook niet vlak gehouden rolwerk wordt a. genoemd: zoo bij de Duitsche en Nederlandsche omamentteekenaars (bijv. B. Sylvius) uit de 16e eeuw. Aldus gewijzigd wordt de a. in navolging van bovengenoemde omament-teekeningen veelvuldig aangewend in de weefkunst, bij ingelegd houtwerk („intarsio”) en als geëtste of gedamasceerde versiering op degens en harnassen. Om tot beter onderscheid te geraken wordt het eerstgenoemde Islamietische vlakke ornament ook moreske genoemd.

Ook in de danskunst spreekt men van dans-arabesk en in de muziek van arabesk-compositie, die beide op het lijnomament geïnspireerd zijn.

L i t.: Lichtwark, Der Ornamentstil (1888); Pit, Over het logische in de beeldende kunsten; Riegl, Stilfragen (1893). Knipping.