Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Anomalie

betekenis & definitie

Anomalie - in de t a a l is een verschijnsel, dat bepaalde vormen zich aan den nivelleerenden invloed van de analogie onttrekken, en daarom onregelmatig genoemd worden. Deze onregelmatige vormen, anomala of anomalieën genoemd, kunnen alleen blijven voortbestaan door het veelvuldig gebruik, zoodat elke vorm afzonderlijk in het bewustzijn van den spreker aanwezig is. Ze komen voor bij nomina en verba. Voorbeelden: ik ben — hij is — zij zijn; goed — beter — best.

A. in de w i s k u n d e, zie Coördinaten.
A. in de sterrenkunde heet de hoek, dien de voerstraal van een planeet maakt met de apsidenlijn. Deze heet ook ware a. in tegenstelling tot de middelbare a., die een zuiver fictieve hoek is. Men denkt zich nl. een planeet, die denzelfden omloopstijd heeft als de ware planeet en tegelijk met deze in het perihelium is, maar die in tegenstelling tot de laatste met constante snelheid rondloopt, zoodat de voerstraal in gelijke tijden gelijke hoeken bestrijkt. De a. van deze fictieve planeet noemt men middelbare a. Bruna.
A. in de m e t e o r o l o g i e is de afwijking van de luchttemperatuur, -druk, -vochtigheid enz., van de normale waarde. Zij is vnl. de afwijking der gemiddelde temperatuur eener plaats van de gemiddelde temperatuur der breedte dier plaats. Op de gematigde breedten hebben de W. kusten der vastelanden een positieve temperatuur-a., daar zij gemiddeld te warm zijn en hebben de O. kusten een negatieve temperatuur-a., daar zij gemiddeld te koud zijn.
V. d. Broeck.
A., of afwijking van dc normale regels, is een veel gebruikte term in de geophysica. Men spreekt bijv. van gravimetrische anomalieën, d.w.z. afwijkingen van de normale zwaartekracht, magnetische anomalieën enz.

Optische A., zie Isotropie.