Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ZENDING , missie

betekenis & definitie

(Ned. vertaling van missie) is als taak der Kerk door de Kerken der reformatie in het algemeen en door die in Nederland in het bijzonder lange tijd niet of slecht verstaan. De geestelijke toestand in de tijd van herlevend zendingsbesef leidde er toe, dat het zendingswerk gedaan werd door zendingsgenootschappen.

Maar in de 19de eeuw werd vooral in de Kerken van gereformeerd (calvinistisch) type het bewustzijn, dat de Kerk als zodanig tot zending geroepen was, steeds sterker. Als pionier traden dienaangaande de Gereformeerde Kerken op.

Reeds in 1892 werd uitgesproken dat het zendingswerk moet uitgaan van de Kerk en niet langer van een zendingsvereniging. Daarom namen de in dat jaar verenigde Gereformeerde Kerken de arbeid over van de Nederlandse Gereformeerde Zendingsvereniging.

Bevoegdheid tot uitzending werd toegekend aan de gemeenten in classes verenigd. Langzaam aan groeide ook in de Ned.

Hervormde Kerk dit besef, vooral tijdens Wereldoorlog II. De Nieuwe Kerkorde voorziet thans in de nieuwe vorm van kerkelijke zending.

Na de overdracht van werk en bezittingen der verschillende zendingscorporaties aan de Kerk in 1951 is de Hervormde Zendingsraad, reeds in 1940 gesticht en nu gereorganiseerd, aangewezen als aan de Hervormde Zending leiding gevend en voor die zending' verantwoordelijk orgaan. Voor de Gereformeerde Kerken is te Baarn een zendingsstudiecentrum gevestigd, terwijl de Ned.

Hervormde Kerk een zendingshogeschool heeft te Oegstgeest.De enorme uitbreiding der zending begon einde 18de eeuw. Voorlopers waren de zendelingen der Duitse piëtisten in Zuid-India en die van de Broedergemeenten uit vele delen der wereld. William Carey, baptist-lekeprediker in Engeland, gaf de eigenlijke stoot tot de moderne zending. Gevolg was de oprichting van talrijke zendingsorganen in alle protestantse en Anglicaanse Kerken en aanvatting van zendingswerk in alle delen der wereld. In 1938 waren ca. 27 000 zendingskrachten werkzaam. Kenmerkend voor de zending in de laatste 150 jaar zijn o.a.: a. overgang van versplintering van de zendingsinspanning naar groeiende samenwerking, vooral onder invloed van de Internationale Zendingsraad (eerste samenkomst Edinburgh 1910, later o.a. Jerusalem 1928) en van nationale Christenraden in tal van landen; b. groei van algehele verantwoordelijkheid der zendingsorganen tot planting van jonge Kerken en geleidelijke overdracht van verantwoordelijkheid; c. verruiming van concentratie op directe Evangelieverkondiging tot een veelheid van vormen van zendingswerk, zie kaart Verspreiding van het Christendom (Zendingsgebieden).