Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

VERZOENING

betekenis & definitie

is naar bijbels spraakgebruik het uitwissen van een schuld, die de mens belopen heeft door ontrouw aan het verbond, dat behalve Gods gave ook menselijke opgave is. Veelal vindt zij plaats door storting van het bloed der offerdieren, waarin de aanbieding van het eigen leven als offergave aan God gesymboliseerd wordt en dus een religieuze waarde schulddelgend tegenover de onwaarde der zonde gesteld wordt.

Ook de aalmoes heeft verzoenende waarde. Het grote zoenoffer, waarheen alle voorgaande verwijzen als naar hun eigenlijke verwerkelijking, is de offerdood van Christus, die Hij plaatsbekledend voor de zonde van heel de mensheid op zich nam, daar Hij als Hoofd der nieuwe mensheid solidair met de zijnen wilde zijn.

Het initiatief tot dit offer van bloed ging uit van de Vader, die ook na de zonde trouw bleef in zijn liefde voor de mensen. Niet Hij behoefde dus verzoend te worden met de mensen, „omgestemd” van een toornige rechter tot een milde vader, doch verzoend moest worden de mens, wiens liefdevolle oriëntatie op God door zondige ongehoorzaamheid verbroken was.

Hersteld werd deze oorspronkelijke oriëntatie in naam van en ten bate van heel de mensheid in Christus, die het beslissende keerpunt in de zondige geschiedenis der mensheid is door zijn uitzonderlijke op God gerichte gehoorzaamheid ten dode toe, waardoor wij allen weer in vredige gehoorzaamheid jegens God kunnen gaan leven. Zijn Verzoeningswerk bezit een rijkdom van aspecten, welke alle in de gelovige aandacht dienen te blijven, wil er geen noodlottige verschraling plaats vinden in de geloofsvisie op dit centrale heilsgeheim van het Christendom.

Christus’ verzoening is nl. niet alleen satisfactie of voldoening, waarin de schuld betaald wordt voor de zonde en zo aan Gods gerechtigheid en heiligheid wordt voldaan, doch is tevens concrete openbaring van Gods reddende liefde en heeft het karakter van verdienste en verlossing, van offer en van heilbewerkende kracht. In verband met het plaatsbekledend karakter van dit sterven valt sterke nadruk op Christus' mensheid, die in haar handelen aan de verbondenheid met de godheid haar unieke waarde ontleent.

En meer dan op het uitwendig ondergaan van de kruisdood is de aandacht gericht op de inwendig drijvende en dragende liefde en gehoorzaamheid van Christus jegens de Vader. Daardoor immers is zijn in vrijheid aanvaarde dood het uiterst aan de Vader welgevallige offer, een religieuze acte van eerherstel tegenover de eerroof der zonde, waardoor vergeving van zonde verworven kon worden: daardoor is zij tevens een werk van oneindige verdienste, waardoor Christus als Hoofd voor de zijnen het heil en voor zich zelf de glorie van verrijzenis en hemelvaart kon verdienen: daardoor is zij ook een overrijke voldoening voor de zonde, een ruime betaling voor de opgelopen schuld, en kan zij verlossende betekenis hebben, daar zij aldus bevrijdt van de slavernij van satan, zonde en dood, die in beginsel door zijn gehoorzame dood overwonnen werden.

Heilbewerkende kracht komt voorts aan Christus’ kruisdood toe in zover Christus zich door haar maakte tot de oorzaak, die allen in de stroom van zijn aan God welgevallig leven kan opnemen, tot het krachtige voorbeeld dat gelijkvormigheid aan zich zelf bewerken kan. Daarom geldt dat wij in beginsel allen in Christus’ kruisdood herboren zijn.

Deze door de theologen veelal als „objectieve verlossing” getypeerde verzoeningsdaad van Christus vindt haar voortschrijdende verwerkelijking in de geschiedenis der eeuwen (subjectieve verlossing) door bemiddeling der sacramenten, waarin het mysterie van Christus’ kruis bevruchtend present is in de toepassing op hen, die in gelovige bereidheid binnen willen treden in het geheim van zijn gekruisigd leven en daarmede Hem als hun verlossend Hoofd aanvaarden. J.C.G.