Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

VERBLINDHEID DES GEESTES

betekenis & definitie

of geestelijke verblindheid is een toestand van de mens, waarin hij door vooroordelen of verkeerde gehechtheden belemmerd wordt en zelfs in zekere zin niet in staat is om de waarheid te zien. Zij is daarom meer dan een loutere onwetendheid en doorgaans gebruikt men het woord zelfs slechts voor een verblindheid waaraan men zelf ernstig schuld heeft.

Op deze wijze komt zij vaak ter sprake in de H. Schrift, soms als een belemmering voor het zien van bepaalde zedelijke plichten, andere keren als een verblindheid voor de waarheid van het geloof en de aanvaarding van Christus en Zijn Evangelie.

Van de goddeloze zegt het boek der Wijsheid: „hun boosheid maakt hen blind” (2 : 21; zie verder Ex. 23 : 8; Deut. 16 : 19; Matth. 23 : 16-27; 1 Jo. 2 : 9-11). En Christus zelf zegt: „Het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht; want hun werken waren boos, en allen die kwaad doen, haten het licht en komen niet tot het licht. . . Maar wie handelt naar de waarheid, komt tot het licht. . .” (Jo. 3 : 19-21; vgl. 2 Kor. 4 : 4).

Uit dit alles blijkt hoe belangrijk de goede zedelijke instelling en het zedelijk goede leven zijn voor het zien der waarheid, waar deze op een of andere wijze een persoonlijke overgave vraagt. Daarom spreken ook ascetische geschriften over een verblindheid die ons belet onze gebreken te zien of de minderwaardige motieven, die ook bij goede daden meespreken.

Naast de plaatsen waar de H. Schrift duidelijk spreekt over mensen die zichzelf sluiten voor Gods licht, zijn er ook die zeggen dat God de mens verblindt (Jo. 12 : 39-41).

Dit mag men echter alleen zo verstaan, dat God de mens, die zich schuldig tegen het licht heeft verzet, de genade, die zijn verblindheid doorbreekt, kan onthouden. A.

V. R.