Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

VADER

betekenis & definitie

wordt als begrip in de Openbaring uit de menselijke verhoudingen op God overgebracht. Er zijn vier momenten in de ontwikkeling van deze gedachte te onderscheiden.

In de oudste fase spreekt de Bijbel ervan, dat Israël als volk tot Jahweh in de verhouding staat van kind tot Vader; in het algemeen is men terughoudend in zijn uitdrukkingswijzen, omdat deze gedachte heidense mythologieën zou kunnen oproepen. In de eeuwen na de ballingschap rijpt de idee, dat God de Vader is van de afzonderlijke vromen, waarbij niet meer het toebehoren aan het volk, maar de individuele vroomheid op de voorgrond staat.

In het Nieuwe Testament krijgt het vaderschap van God een geheel nieuwe dimensie door de openbaring van Christus als de Zoon Gods, die bij de Vader bestond ook vóór zijn menswording en vóór de schepping der wereld. Jesus onderscheidt zijn eigen verhouding tot God van die der andere mensen, want Hij alleen is de Zoon van God in volstrekt eigenlijke zin, omdat Hij, zoals de latere kerkleer het uitdrukt, medezelfstandig is met de Vader, d.w.z. met de Vader één is in de goddelijke natuur.

Tenslotte wordt het kindschap der gelovigen in het N.T. gezien als een deelname aan het zoonschap van Christus. A.

H.