Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PARAPSYCHOLOGIE

betekenis & definitie

is een betrekkelijk jonge wetenschap. De verschijnselen, die zij bestudeert, noemt men tegenwoordig kortweg psi-verschijnselen.

Men brengt deze onder in drie groepen, en wel:1.de paragnostische, waarbij de kennis niet op normale wijze tot stand komt.
a.helderziendheid, waaronder men verstaat het verkrijgen van kennis van een zaak of gebeurtenis buiten de zintuigen om en zonder invloed van een andere persoonlijkheid. Deze helderziendheid kan betrekking hebben op het verleden (retrognosie), op het heden (actuele paragnosie) en op de toekomst (proscopie).
b.telepathie noemt men het verschijnsel, dat bewustzijnsinhouden van een persoon zonder zintuiglijk waarneembare tekens worden overgedragen in het bewustzijn van een andere persoon. Men heeft hier dus te onderscheiden tussen een „zender” en een „ontvanger”. Is de zender passief en de ontvanger actief, dan spreekt men van „gedachtenlezen”.

Het is erg moeilijk in concrete gevallen uit te maken of we met een geval van helderziendheid of telepathie te maken hebben. Meestal zullen beide verschijnselen aanwezig zijn.

Een bijzondere manier, waarop helderziendheid of telepathie wordt uitgeoefend, is de zgn. psychoscopie, vroeger ook wel psychometrie genoemd. Men gebruikt dan een voorwerp, dat in verband staat met de persoon, over wie men bijzonderheden te weten wil komen. Men noemt zulke voorwerpen „inductoren”, omdat ze niets meer schijnen te doen dan de helderziende activeren.

Speciale aandacht vraagt het verschijnsel van de ,,proscopie”. De goed onderzochte feiten van proscopie zijn wel zo talrijk, dat we aan het bestaan van de „gave der voorspelling” moeilijk kunnen twijfelen. Over het algemeen is de tijdsduur, die verloopt tussen de voorspelling en de vervulling niet groot. Meestal is ook iemand bij de vervulling betrokken, die tijdens de voorspelling reeds leefde; ook hier dus weer de mogelijkheid van telepathische beïnvloeding. Zeer dikwijls komt proscopie voor in droomgezichten, de zgn. „waardromen”. Vooral de tijd tussen waken en slapen schijnt voor deze proscopische droomgezichten zeer gunstig te zijn; dit is ook weer juist de toestand, waarin men voor telepathische indrukken het meest vatbaar is.

Hoe kan men het feit van de proscopie overeen brengen met de mening, dat God alleen de vrij e toekomst kent? Onbeperkte en volkomen zekere kennis van alles, wat in tijd en ruimte van ons verwijderd is, komt alleen toe aan de Alwetende God. Op meer beperkte schaal en met minder grote zekerheid kan echter principieel ook door mensen iets van de vrije toekomst geweten worden, zodat in bepaalde gevallen de grens tussen goddelijke profetie en paragnostische kennis kan vervagen. Hoe verder echter de toekomst, hoe minder een beroep op proscopie wordt gerechtvaardigd door de feiten en hoe onzekerder ook de vervulling zal zijn. De tweede groep verschijnselen zijn de

2.parergische. Hieronder rekent men de werkingen op de materie langs paranormale weg, d.w.z. niet langs de gewone weg van zenuwbanen en spieren. Die werkingen kunnen op het eigen lichaam van de persoon in kwestie worden uitgeoefend en dan spreekt men van intrasomatische (soma = lichaam) parergie. Hieronder vallen stigmatisatie, onkwetsbaarheidsverschijnselen, zoals de vuurloop en de fakir-verrichtingen en dergelijke. Men is er nog niet zeker van of deze verschijnselen wel onder de parapsychologie vallen; het zouden volgens sommigen meer abnormale biologische verschijnselen zijn en dan horen ze meer thuis onder de physiologie en de psychiatrie. Vandaar dat in de parapsychologie tegenwoordig meer aandacht wordt geschonken aan de extrasomatische verschijnselen, waarvan de eerste en voornaamste is: de psychokinese of telekinese, een bewegen (kinomai) door de zielekracht (psyche) of op afstand (tele). De persoon beweegt een voorwerp zonder het direct of indirect aan te raken. Bij het onderzoek van deze verschijnselen is zoveel bedrog ontdekt, dat men zeer sterk twijfelt of deze verschijnselen wel inderdaad bestaan.

Verder worden onder deze groep gerekend de zgn. Poltergeist-verschijnselen, waarbij allerlei voorwerpen in de buurt van een persoon op onverklaarbare wijze worden bewogen. Maar al deze verschijnselen zijn nog zo twijfelachtig, dat we er hier beter over zwijgen. Hetzelfde geldt in nog hogere mate voor de materialisaties, waaronder men verstaat het tot tastbare materie worden van geestelijke substantie, naar men beweert, uitgaande van een of ander medium. Ook van geestenfotografie is geen enkel betrouwbaar gegeven voorhanden.

3.Als derde groep verschijnselen noemen wij: de postmortale manifestaties. Alle katholieke theologen zijn het er evenwel over eens, dat een ziel na de dood niet vrij is contact met deze wereld op te nemen. Wel echter kan dit geschieden wanneer God zulks wil en ook beschikt de duivel over bijzondere kracht. Al erkennen wij dus de mogelijkheid en zelfs de feitelijkheid van postmortale manifestaties, toch moeten we in deze materie een uiterste discretie in acht nemen.