Brits protectoraat in Oost-Afrika, telt ca. 5 millioen inw., van wie 23 pct. Kath., 7 pct.
Prot. en 70 pct. aanhangers van primitieve godsdiensten. Het publieke leven wordt, althans in de bevolkingscentra, sterk beheerst door het Christendom.
De bloei der Kerk in Oeganda is begonnen na de vervolging van 1886, die zes jaar nadat de eerste inwoners gedoopt waren heeft gewoed en aan de Kerk de 22 martelaren van Oeganda heeft geschonken. Thans wordt Oeganda genoemd de parel der Afrikaanse missiegebieden.
Deze titel verdient het land niet alleen om het grote percentage Katholieken maar ook om de gunstige vooruitzichten die Oeganda, één der rustigste delen van Afrika, biedt. Het aantal catechumenen is jaarlijks ca. 100 000.
Van de 500 priesters is bijna een derde deel afkomstig uit het land zelf; er zijn 3 seminaries, die een toenemend aantal theologanten tellen. Bovendien helpen reeds 700 zwarte religieuzen in de zielzorg.
In 1939 heeft de paus reeds een negerpriester tot bisschop aangesteld, nl. mgr. Kiwanuka, en in 1953 heeft Oeganda zijn eigen kerkelijke hiërarchie gekregen: aartsbisdom Roebaga met 5 suffragaanbisdommen. zie ook kaart Verspreiding van het Christendom (Missiegebieden). c.
V. D.
