Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

MASSA

betekenis & definitie

als sociaal-cultureel begrip wordt gesteld tegenover de cultuurdragende elite. Men spreekt tegenwoordig veel van de „massa-mens” en bedoelt dan: de mens die deel is van de grote anonieme machten en blokken, zelf niet meer denkt, oordeelt, kiest, maar voor zich laat denken enz., die geen waarden meer kent en erkent en zo de prooi wordt van nihilisme.

Men verbindt hieraan dan gaarne de stelling, dat het industrialisme met zijn enorme welvaartsvermeerdering het nihilisme aantrekkelijk maakt door massa-comfort en massa-vermaak, waarin alle persoonlijke geestelijke cultuur verstikt. Nu moet men erkennen, dat het industrialisme allerlei massificerende tendenzen meebrengt: vermechanisering, nivellering, massa-beïnvloeding door pers, radio, film enz., de gecompliceerdheid der problemen, die steeds meer alleen door deskundigen worden beheerst, werken in deze richting.

Daar staan echter andere tendenzen en mogelijkheden tegenover: de toename van verantwoordelijkheid in het arbeidsproces (men moet op elkaar aan kunnen), de toename der samenwerking bij arbeidsverdeling, het groeien van sociaal-paedagogische arbeid waardoor cultuurdistributie over de massa mogelijk wordt enz. Uit christelijk oogpunt moet men stellen, dat de massificatie een grote antichristelijke macht in het hedendaagse leven is, omdat zij inhoud en zin van het leven uitholt en de mens de verantwoordelijkheid voor keuze en beslissing ontneemt.

De nadruk, die in het geestelijk leven gelegd wordt op stilte, inkeer, retraite en gebed, betekent tegelijk een beschutten en doen uitgroeien van de christelijke persoon. w. B./J.C.

G.