Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

LICHAMELIJKE OPVOEDING

betekenis & definitie

of cultuur in brede betekenis genomen, bevat activiteiten welke bijdragen tot het behoud, de ontwikkeling, de volmaaktheid, de voldaanheid en de sierlijkheid van het lichaam. Hiertoe behoren: verzorging, verpleging, lichamelijke oefeningen, sport, turnen, spel, kleding en mode.

Hoewel het concilie van Braga in 561 het manichaeïstische en priscillianistische pessimisme omtrent het lichaam en zijn werken verwierp, deed zich niettemin gedurende verscheidene eeuwen een zekere onderschatting van de lichamelijke waarden gevoelen. De anthropologie van Thomas van Aquino droeg sterk bij tot een meer positieve opvatting van het lichaam, waarbij een gezond realisme wijst op de feitelijke toestand waarin na de erfzonde het menselijke lichaam bestaat en ageert en op de gevaren hieruit voortvloeiend voor het zieleleven.

Dit realisme ligt ten grondslag aan een weldoende ascese, waardoor mede de verstoring van de lichamelijke krachten standvastig in bedwang wordt gehouden, en geeft de Kerk een practische houding in, aangepast aan rechtmatige strevingen en mogelijkheden van elke tijd. Aldus hebben in de moderne wereld de betere kennis van het menselijke lichaam samen met de groeiende stoffelijke welstand en de waardering van de tijdelijke waarden een grotere belangstelling gewekt voor de cultuur van het lichaam.

De lichamelijke opvoeding maakt een aanzienlijk deel uit van de algemene opvoeding. Demonstraties en competities op het domein van de lichamelijke krachten en vaardigheden veroveren in het openbare leven een steeds ruimere plaats.

Hiertoe behoren de beoefening van en de belangstelling voor de sport. In een radioboodschap aan het Boliviaans Congres voor katholieke opvoeding bepaalde Pius XII het christelijke begrip van de lichamelijke opvoeding als volgt: „Stelt tegenover het overdreven belang, tegenwoordig geschonken aan al wat louter technisch en stoffelijk is, een opvoeding die immer de eerste plaats toekent aan de geestelijke en zedelijke waarden, aan de natuurlijke en vooral de bovennatuurlijke waarden.

Voorzeker, de Kerk keurt de geordende lichamelijke opvoeding goed. Om geordend te zijn mag ze echter niet het lichaam verafgoden, moet ze dienen om het te versterken en niet om zijn krachten te verspillen, moet ze een geestelijke ontspanning betekenen en niet een verzwakking of verlaging van de geest, moet ze studie en werk bevorderen en niet brengen tot het verlaten of verwaarlozen van deze taak, noch de vrede verstoren die moet heersen in het heiligdom van het gezin”.

Gehouden binnen de redelijke grenzen van maat, zedigheid en eerbied voor alle hogere waarden kan de sport een school zijn van orde, tucht en zelfbeheersing, een bron van lichamelijk en zielkundig evenwicht en zielesterkte, een training tot dienstvaardigheid en leiderschap. Het oude Mens sana in corpore sano drukt onbetwistbaar een rijke ervaring uit, doch het zou overdreven zijn de menselijke grootheid on voorwaardelijk of in hoofdzaak te binden aan de lichamelijke volkomenheid.Het vermelden van de talrijke zedelijke waarden welke bij de lichamelijke opvoeding kunnen betrokken worden, toont aan dat zij de zedelijke normen moet erkennen en eerbiedigen. Als bewaarster van de goede zeden bezit de Kerk de bevoegdheid om een oordeel te vellen over de lichamelijke opvoeding en cultuur (zie Gezondheidszorg).

In BELGIË werd inzake lichamelijke opvoeding baanbrekend werk verricht door het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding, gehecht aan de universiteit te Leuven. De studiën duren vier jaar en leiden tot het diploma van licentiaat in de lichamelijke opleiding. Er bestaan bovendien 8 normaalscholen en middelbare afdelingen voor lichamelijke opvoeding. De Nederlandstalige zijn: hogere school van opleidsters met afdeling voor regentessen in de lichamelijke opvoeding en geaggregeerden voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad en de secundaire afdeling voor monitricen voor openluchtwerken (Brussel, Troonstraat 92), de school voor lichamelijke opvoeding te Gits (W.-Vl.) en de school voor opleiders met afdeling voor regenten en voor paramedicale en sociale diensten te Heverlee-Leuven.

De lichamelijke opvoeding wordt voorgeschreven door de programma's van het lager en het middelbaar onderwijs. Er bestaan talrijke katholieke sporten turnverenigingen.

In NEDERLAND heeft vooral de „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen” de aandacht gevestigd op de lichamelijke opvoeding, die sinds 1863 als verplicht vak in het middelbaar onderwijs werd opgenomen, terwijl zij op de gymnasia en in het lager onderwijs nog vele jaren facultatief bleef (resp. tot 1921 en tot 1941). v. H.