Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

KAPITALISME

betekenis & definitie

is het maatschappelijk voortbrengings- en verdelingsstelsel, dat in het algemeen wordt gekenmerkt door een snelle toeneming van de materiële productiemiddelen, m.a.w. van de kapitaalrijkdom, en daarmede van de materiële welvaart. Het ontwikkelde zich geleidelijk uit het feodale systeem van de Middeleeuwen en bereikte een hoogtepunt tijdens de industriële revolutie van de 19de eeuw.

Technische vooruitgang en een meer individualistische, op het materiële eigenbelang gerichte levenshouding zijn feitelijk de voorwaarden geweest voor ontstaan en voortbestaan van het kapitalistische stelsel in zijn concrete historische gestalte. De technische vooruitgang komt tot uitdrukking in de mechanisatie van het productieproces, waardoor per arbeider veel meer goederen kunnen worden opgeleverd dan zonder deze productiewijze konden worden voortgebracht.

De meer op het eigenbelang georiënteerde economische subjecten verkopen hun arbeidskracht, kapitaal en grond aan de meest rendabele ondernemingen welke thans grotendeels voor een markt produceren en waarvan het primaire doel is een zo groot mogelijke winst te maken. Zonder voldoende besparingen kan men echter de mechanisatie van het productieproces, al zou deze technisch mogelijk en economisch voordelig zijn, niet doorvoeren.

Nadat derhalve de omvang van de benodigde besparingen de individuele spaarcapaciteit van de ondernemers te boven ging, ontwikkelde zich een uitgebreide geld- en kapitaalmarkt, waardoor eveneens het ontstaan van grote onpersoonlijke ondernemingen in de vorm van naamloze vennootschappen mogelijk werd gemaakt.Bij een beoordeling van het kapitalisme dient men zowel de voordelen als de nadelen van dit stelsel onder ogen te zien. Ongetwijfeld stimuleren de verschillende vrijheden waarop de kapitalistische maatschappij-organisatie gebaseerd is, zoals de vrijheid van inkomensbesteding, van arbeidsplaats en van ondernemen, de zelfverantwoordelijkheid en daarmede de individuele ontplooiing van de persoonlijkheid. Ook de sterke stijging van de materiële welvaart kan in het credit van het kapitalisme geschreven worden.

Tegenover deze voordelen staan echter eveneens grote nadelen. Op de eerste plaats adelt arbeid niet meer de mens, indien de productiewijze al te mechanisch wordt. Wanneer bovendien de concurrentiestrijd om een aandeel in de afzetmarkt te verkrijgen zo heftig wordt, dat slechts die persoonlijke en onpersoonlijke ondernemingen, welke uitsluitend gericht zijn op hun materieel eigenbelang, de strijd kunnen overleven, ligt het bederf der zielen voor de hand. Zulk een telkens weer terugkerende concurrentiestrijd is echter inhaerent aan het kapitalisme door het verschijnsel van de zgn. conjuncturele crises, welke binnen het gegeven kader soms iets van het onvermijdelijke met zich meedragen. In dergelijke rampzalige tijden van economische depressie wordt een meedogenloze strijd gestreden om het behoud van het bestaan tussen individuen, ondernemingen en staten. Het leger van werklozen wordt een broeiplaats van révolutionnaire activiteit.

In het bedrijfsleven vindt een concentratie van macht plaats, welke de staat enerzijds om beschermende maatregelen en anderzijds om een imperialistische politiek vraagt. Het uiteindelijke effect is veelal een allesverwoestende oorlog.

D. S.

De Katholieke Kerk is krachtig tegen het kapitalisme opgetreden om zijn sociaal onrecht en de rampzalige gevolgen voor het geloof en de zielen (officieel en systematisch vooral sedert Rerum Novarum, 1891). In Quadragesimo Anno (1931) wordt mede gewezen op de nieuwe vormen van het kapitalisme in deze eeuw en zijn verwantschap met economisch en politiek imperialisme. Tegelijk wordt als geneesmiddel aangedrongen op een herstel van de maatschappelijke orde in de vorm ener „corporatieve” maatschappij door bilaterale bedrijfschappen en dgl.; dit tot het bereiken van sociale rechtvaardigheid en het bevorderen der sociale liefde. Men bedenke intussen, dat het vrije kapitalisme, zoals het boven werd omschreven, zelfs in Amerika zeker niet meer onbeperkt bestaat, dat ook daar in eigendomsverhoudingen, bedrijfsleiding en in de gehele sociale orde sterke tegenkrachten zijn opgekomen, zodat de oude schemata en waarderingsoordelen niet meer op de nieuwe toestanden slaan. Dat is het sterkst in Engeland merkbaar.

F. w./w. B.