Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

KANUNNIK. De H. Chrodegang

betekenis & definitie

bisschop van Metz, verenigde zijn clerus in zijn bisschoppelijk verblijf. Hij gaf hun regels of „canones”; in verband hiermede werden zij canonici of kanunniken genoemd.

Het gehele convent heette kapittel. Onder kanunnik wordt nu verstaan:1. een seculier geestelijke, deel uitmakend van een kathedraal- of collegiaal kapittel. In Nederland heeft elk kathedraalkapittel acht kanunniken, benoemd door de bisschop, gehoord het kapittel; in België tien tot veertien. Zij dragen een speciale kleding;
2. een reguliere koorheer, lid van een oudere kloosterorde, die de drie kloostergeloften heeft afgelegd, volgens een bepaalde kloosterregel leeft en verplicht is de plechtige koordienst bij te wonen (bijv. reguliere kanunniken van St. Augustinus, van Premonstreit, van het H. Graf enz.).