Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

HAAN

betekenis & definitie

behoort in het volksgeloof tot de onweersvogels. De rode haan is het symbool van het onweer en gevolglijk van brand; de zwarte haan, de vogel van de duisternis, duidt op de dood of op de duivel (haantje pik).

De Twentse stoppelhaan is de oogsthaan van de Duitsers, symbool van de vruchtbaarheid en de oogstzegen. Ook het haantje op de Palmpaasbessen is een vruchtbaarheidssymbool.

In de christelijke symboliek duidt de haan op Christus, die als Verlosser de macht van de duisternis doorbreekt, opwekt uit de slaap van de zonde en tot het licht en de dagtaak roept. Veelvuldig komt de haan ook voor als het symbool van de prediker (bijv. in de hymne Aeterne rerum Conditor) en als teken van waakzaamheid.

Met de symboliek van de prediker wordt ook in verband gebracht de torenhaan (die reeds vóór het jaar 1000 verschijnt), al moeten we de oorsprong hiervan misschien meer zoeken in de klassieke tijdsaanduiding: „na het hanengekraai”, het uur, waarop het morgengebed beginnen moest. F. v.

R.