zijn groeperingen in de H. Kerk, waarvan de leden zich verplichten tot gemeenschappelijk leven, zonder echter de publieke geloften af te leggen.
Zij vormen een door de Kerk erkende staat van volmaaktheid . Voor de buitenstaander is er vaak niet zoveel verschil met de kloostergenootschappen, daar de leden rich er in gemeenschap op toeleggen in een bepaalde vorm de Evangelische Raden te beoefenen, maar juridisch is er een wezenlijk verschil, daar men zich slechts aan het instituut bindt door een eed, belofte of private gelofte. Tot deze genootschappen behoren o.a. de Lazaristen, de Witte Paters, de Missionarissen van Mill-Hill.
J. N.
