Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GEERT GROOTE

betekenis & definitie

(Gerardus Magnus, 1340-1383), de geestelijke vader der Moderne Devotie, studeerde te Parijs, waar hij in 1358 de magistertitel behaalde. Omstreeks 1374 had in zijn leven een ernstige omkeer plaats, waarschijnlijk naar aanleiding van een zware ziekte.

De prior van het Kartuizerklooster Monnikhuizen te Arnhem, Hendrik Egher van Kalkar, oefende grote invloed uit op zijn verdere geestelijke vorming. In 1379 werd Geert Groote diaken gewijd.

Hij stierf op jonge leeftijd te Deventer als slachtoffer van de pest.Als boeteprediker nam Groote stelling tegen de misbruiken, die bij geestelijkheid en volk bestonden. Het meest geruchtmakend waren zijn felle geschriften tegen de focaristen, de in concubinaat levende priesters. Felheid is ook het kenmerk van zijn geschriften over de simonie, waartoe men ook kan rekenen het onlangs teruggevonden geschrift tegen de bouw van de Utrechtse Domtoren. De bewaard gebleven preken, die dikwijls de vorm hebben van strijdschriften, hebben het te eenzijdige beeld gewekt van Groote als reactionnair. Dit beeld is wellicht nog versterkt door het tegen hem uitgevaardigde preekverbod, waarop als zijn reactie de Publica Protestatio volgde. Toch is Groote voor alles de positieve bevorderaar van het devote leven geweest.

Hij was dit door zijn Latijnse vertalingen van Ruusbroec en zijn Nederlandse vertalingen van liturgische teksten. Hij was dit vooral door zijn hoog gewaardeerde en veel gelezen brieven, die dikwijls het karakter hebben van een uitvoerige verhandeling over een of andere deugd. Door deze beïnvloeding van zijn volgelingen werd Groote de oorsprong en de vader van de Moderne Devotie. Hij is de directe stichter van de Zusters van het Gemene Leven. Zijn volgelingen stichtten de Broeders des Gemenen Levens in Windesheim.