Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GEBOORTEREGELING

betekenis & definitie

Wil men de katholieke visie op het vraagstuk der geboorteregeling begrijpen, dan moet men er op letten dat naar R.K. opvatting de centrale stelling der huwelijksmoraal is: het primaire doel van het huwelijk en van het menselijk voortplantingsleven is: het ordelijk voortbestaan van het menselijk geslacht.

De term „ordelijk voortbestaan van het menselijk geslacht” wil zeggen: een nageslacht voortbrengen, dat persoonlijk, maatschappelijk en religieus-ethisch behoorlijk wordt opgevoed. Deze opvatting impliceert zo de mogelijkheid van een zekere geboorteregeling, want de gestelde norm van „ordelijk voortbestaan” zal niet zelden een zekere „planning” van de kinderzegen eisen. Bovendien vordert het ordelijk voortbestaan van het menselijk geslacht dat kinderen alleen worden voortgebracht door twee mensen die door de in principe onverbreekbare huwelijksband met elkaar zijn verbonden. Ieder buiten-echtelijk voortbrengen van kinderen wordt door de Kerk veroordeeld. Aanvaardt de Kerk dus principieel geboorteregeling als mogelijkheid, over de methodes om tot deze te raken oordeelt zij heel verschillend. Het gebruik van anti-conceptionele middelen en de zgn. coitus interruptus (afgebroken huwelijksgemeenschap) veroordeelt zij onvoorwaardelijk. „Ieder huwelijksgebruik, bij welks uitoefening de handeling door opzettelijk menselijk ingrijpen beroofd wordt van haar kracht om leven voort te brengen, is een ingreep op de wet van God en de wet der natuur, en wie zich daaraan schuldig maken, bezoedelen zich met de smet van zware zonde” (Encycliek Casti Connubii van paus Pius XI, 31 December 1930).

Met de term zware zonde wordt hier bedoeld dat de genoemde gedraging op zich genomen zwaar zondig is en niet dat degenen, die oprecht menen dat deze gedraging niet immoreel is, persoonlijk zonder meer aan zware zonde schuldig zijn. De veroordeling van deze methode van geboorteregeling is door de thans regerende paus Pius XII bevestigd op 29 October 1951, aan welke uitspraak hij toevoegt: „Dit voorschrift is vandaag nog van evenveel kracht als gisteren en zal dit morgen en altijd zijn, omdat het geen eenvoudig voorschrift van menselijk recht is, maar de uitdrukking van een natuurlijke en goddelijke wet”. Een „meer tegemoetkomende houding” van de Kerk ten aanzien van meer moderne opvattingen is dus in dezen niet te verwachten. Ter adstructie van deze afwijzing wijst de katholieke moraaltheologie er op dat de H. Schrift een dergelijke wijze van geslachtelijke omgang veroordeelt (Gen. 38 : 9). Bovendien wijst zij op het volgende.

Deze methode tot geboorteregeling is een menselijke ingreep, welke een pervertering is van een menselijke activiteit (de geslachtsdaad nl.), welke volgens haar aard (dus door God) gericht is op het ordelijk voortbestaan van het menselijk geslacht, een sociaal goed van primaire orde, waarover de mens geen zeggenschap heeft. Ook het „nieuwe” middel tot geboorteregeling: het zgn. hesperidine-derivaat (anticonceptie door de mond) valt onder deze veroordeling. Wel aanvaardt de Kerk als methode van geboorteregeling de zgn. periodieke onthouding (Ogino-Knaus-Smulders-Holt), een huwelijksbeleving waarbij (tijdelijk of permanent) alleen tot huwelijksomgang wordt overgegaan op de zgn.

onvruchtbare dagen van de vrouw. Deze methode is alleen geoorloofd indien zij wordt toegepast vanwege „voldoende en verzekerde zedelijke motieven” (Pius XII, 29 October 1951). Principieel is hier verschil met de zo juist genoemde methodes; immers de echtgenoten „beletten, noch schaden . . . op enigerlei wijze de voltooiing van de natuurlijke daad en de verdere natuurlijke gevolgen er van” (Pius XII; lx.). Zonder voldoende redenen toegepast is zij een ingaan tegen de taak tot voortplanting welke God aan de echtgenoten oplegt, die tot huwelijksomgang overgaan (vgl. Gen. 1 : 28), en brengt zij meestal ernstige gevaren met zich mee voor de huwelijksliefde. Ernstige medische, eugenetische, sociale, psychiatrische indicaties kunnen periodieke onthouding billijken.

Ook absolute onthouding is voor de Kerk een principieel aanvaardbare methode tot geboorteregeling, ofschoon zij weet welke offers dit aan de gehuwden vraagt. Sterilisatie en castratie wijst zij af (zie ook Bevolkingsvraagstuk). J. v.