Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GEBEDENBOEK

betekenis & definitie

De verschillende boeken die in de kerken en kloosters voor de getijden werden gebruikt, heeft men, voor het eerst in de 12de eeuw, tot een enkel boek samengevoegd: het brevier, dat ook voor het op den duur steeds algemener privé-bidden van de getijden kon worden gebruikt. Naast dit clericale gebedenboek kende men in de Middeleeuwen ook gebedenboeken voor leken (Fr.: Livres d’heures; Eng.: Prymers) waarvan de inhoud vooral werd gevormd door de teksten der votiefgetijden, voornamelijk die voor de overledenen en ter ere van de H.

Moeder Gods, in de kloosters en marge van de gewone getijden ontstaan. Tevens bevatten deze gebedenboeken gedeelten uit de verzamelingen gebeden die, veelal ten onrechte aan bekende heiligen toegeschreven, algemeen in omloop waren.

Ook de kern van de katholieke gebedenboeken der ContraReformatie (bekend vooral Het hemelse pahnhof van W. Nakatenus S.J.) bestond uit genoemde oudere elementen; op den duur werden deze echter meer en meer verdrongen door andere gebeden, -welke uitdrukking gaven aan nieuwere devotionele motieven.

Sinds het begin van deze eeuw is het traditionele en liturgische element in de gebedenboeken voor privégebruik weer veel sterker geworden, zodat deze boeken thans veelal tevens als gids bij het vieren van de liturgie worden gebruikt.In het Groot Gebedenboek, dat in 1951 verscheen, vindt men een voortreffelijk voorbeeld van deze liturgische gebedssfeer, waarin de biddende Kerkder eeuwen in rijke gevarieerdheid ons opnieuw tegemoet treedt.