Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

EINDDOEL

betekenis & definitie

is het goed waarop iets uiteindelijk is gericht, en ter wille waarvan al het andere wordt gewild. Het is de laatste bestemming.

Het einddoel van alles is God, die de wereld schiep tot zijn glorie, niet om zijn gelukzaligheid te vermeerderen of te verwerven doch om zijn volmaaktheid te manifesteren door de weldaden die Hij de schepselen schenkt. De laatste bestemming waartoe God de mens door zijn genade heeft geroepen, is het eeuwige leven, dat bestaat in een van aanschijn tot aanschijn schouwen en minnen van God, en dat door de vreugde die het geeft voor de mens een werkelijke zaligheid is.

Het christelijke leven op aarde krijgt door zijn gerichtheid hierop geen egoïstisch karakter. De kennis en de liefde van het einddoel betekenen immers voor de mens een geheel en al opgaan in de beminde, een liefdevolle overgave aan God.

Het sluit aldus aan bij de grondtrek van het menselijk bestaan, dat slechts zichzelf wordt en tot een vreugdevolle rust komt in een liefdevol uitgaan naar een ander. Deze zaligheid wordt echter niet door het christelijke leven bereikt doordat zij langzamerhand door de mens wordt veroverd of opgebouwd.

Zij wordt geschonken, doch als een gave die tegelijk het karakter heeft van een beloning. Dit veronderstelt dat zij door het goede, Godgevallige christelijke leven wordt verdiend.

Zelf is dit reeds het eeuwige leven in kiem en aanzet, want het Godgevallige leven is zelf niets anders dan een nog onvolmaakt meeleven van het goddelijke leven in geloof, hoop en liefde en een omgang met de wereld, waarin dit verkeer met God gestalte krijgt.Wanneer men zegt dat het einddoel van alles Gods glorie is, bedoelt men dat alles door God bestemd is om te delen in zijn volkomenheid en daardoor zijn volmaaktheid te manifesteren. Al het redeloze komt daarom slechts tot zijn laatste bestemming in de mens, die Gods manifestatie in zijn schepping kan verstaan en Gods grootheid er om kan verheerlijken. Zijn verheerlijking van God vindt haar hoogtepunt in het eeuwige leven, dat tegelijk zijn hoogste deelname aan Gods volkomenheid is. De eeuwige zaligheid, de volmaaktheid van het schepsel en de glorie van God vallen samen.

Daar God al zijn gaven heeft willen schenken in en door Jesus Christus en de mens slechts in en door Hem het eeuwige leven bezit, is Gods glorie steeds ook de glorie van Christus. Het uiteindelijke waarop God alles heeft gericht is een toestand waarin God alles in allen is (1 Kor. 15 : 28) omdat Christus alles in allen vervult (Eph. 1 : 23; Kol. 3 : 11). zie Geluk en Eschatologie.

A. v. R.