Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CHRISTENVERVOLGINGEN

betekenis & definitie

zijn de vervolgingen die de Christenen in de eerste drie eeuwen van de Romeinse staat te verduren hadden. De meest algemene oorzaak dier vervolgingen was de radicale tegenstelling die er bestond tussen het Christendom en het in de Romeinse staat belichaamde heidendom.

Toch mogen wij ons de Romeinse staat niet zonder meer als kerkvervolger voorstellen. Hij was in de eerste plaats een rechtsstaat.

De Romeinse staat handelde nl. volgens bepaalde wetten, ofschoon verschillende keizers en landvoogden zich wel door persoonlijke haat of haat van het volk lieten leiden. Over de vraag of er vóór 250 een speciale wet heeft bestaan die het Christendom verbood, bestaat verschil van mening.

Vast staat, dat in de genoemde periode meermalen plaatselijke vervolgingen zijn voorgekomen. Grond daarvoor bood het feit, dat iemand bleek Christen te zijn en niet bereid was aan andere goden dan de enig ware God, die hij beleed, te offeren, noch ook mee te doen aan de keizercultus.

Hij werd daarom aangemerkt als een vijand van het menselijk geslacht. De woede van het volk, dat in rampen en dergelijke kwade verschijnselen de wraak der goden meende te zien, leidde meermalen tot een vervolging door de overheid.

Een tempering betekende het rescript van keizer Trajanus (198-117) aan Plinius, stadhouder van Bithynië, dat een systematisch opsporen verbood en bewijslevering van een bepaalde met de wetten strijdige handeling verlangde. Onder keizer Decius (249-251) werd een algemene eis uitgevaardigd om aan de keizercultus mee te doen, bij weigering waarvan de doodstraf volgde.Vele Christenen zijn toen afvallig geworden, anderen hebben zich slechts in schijn onderworpen. Bij de Diocletiaanse vervolgingen in het begin der 4de eeuw werden aan de Christenen dergelijke krasse eisen opgelegd, dat het voldoen daaraan moest leiden tot algehele vernietiging van het Christendom. De straffen, die voor en na toegepast werden, waren de dood met het zwaard, op de brandstapel, of voor de wilde dieren. Talrijke slachtoffers zijn gevallen, maar het is gebleken, dat het bloed der martelaren het zaad der Kerk is. Het Christendom heeft de proef doorstaan en werd onder Constantijn tot geoorloofde religie verklaard.

Vervolgingen hebben overigens door de eeuwen heen de Kerk blijvend begeleid. Zij zijn in het Evangelie gedurende geheel haar lijdensweg door de wereld heen voorzien als haar boeteweg voor de zonde (ook in haar!) en haar kruisweg achter haar Heer aan.