Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CARNAVAL

betekenis & definitie

is de feestviering, die aan de 40-daagse Vasten voorafgaat en die vooral in de Middeleeuwen met optochten en kluchten gepaard ging. Over de etymologie van het woord -wordt nog getwist; men heeft wel gedacht aan carni vale („vaarwel vlees”) of carnelevare („opruimen van het vlees”) als inleiding tot de Vasten, waarschijnlijk echter ten onrechte.

Ook is gedacht aan carrus navalis, het zgn. wagenschip bij het heidense lentefeest. Waarschijnlijk dankt carnaval zijn ontstaan aan een vermenging van een Romeins lente- en een Germaans offerfeest.

In zuidelijk Nederland en ook in België heeft de carnavalsviering zich nog gehandhaafd. Heeft het carnaval in sommige plaatsen iets kunstmatigs, waar het werkelijke traditie is voldoet het aan de behoefte alle conventionele vormen van het gewone leven even te doorbreken.

Wel moet worden toegegeven, dat de uitbundigheid, welke met carnaval soms aan de dag wordt gelegd, zich minder rechtvaardigt naarmate tengevolge van een veranderde mentaliteit de christelijke boetegeest heeft geleden en naarmate gevolgelijk ook de vasten minder als boetetijd wordt beleefd. Bij de beoordeling mag men zich niet op uitwassen blind staren, en voor een juiste estimatie zal men zeker steeds het wat luchthartiger volkskarakter van de betreffende streken in rekening moeten brengen.