Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CALVIJN, Johannes

betekenis & definitie

(1509-1564), Frans theoloog en reformator, uit Noyon in Picardië afkomstig, werd in zijn jeugd in katholieke geest opgevoed. Als student in de rechten te Orleans en Bourges kwam hij in aanraking met het humanisme van zijn dagen, dat niet nagelaten heeft op hem een zeker stempel te drukken: in het zich aansluiten bij denkbeelden van de leidende figuur onder de Franse humanisten, Guillaume Budé; in de door hem gevolgde methoden bij het publiceren van geschriften; en in heel de structuur van zijn geest.

Zijn overgang tot de Reformatie omstreeks 1532-1533, die zich in bijzonderheden niet met zekerheid laat reconstrueren, is vooral door kennismaking met het werk en de geschriften van Luther tot stand gekomen. Hij heeft daarom altijd Luther geëerd als de grondlegger der Reformatie en nooit anders beoogd dan op diens werk en in nauwe aansluiting daarbij voort te bouwen.

Al direct laat zich Luthers invloed bespeuren in opzet zowel als in ideeën van zijn eerste grote werk, dat hij na zijn vlucht uit Frankrijk te Bazel voltooide en dat aldaar in het voorjaar van 1536 van de pers kwam: de Institutio religionis christianae, of Onderwijzing in de christelijke religie. Eerst in zijn latere, zowel Franse als Latijnse edities echter is dit, als vrucht van ingespannen eigen Schriftstudie, van in de practijk opgedane ervaring en van verrijkt inzicht door verkeer met andere theologen, onder wie speciaal Martin Bucer verdient vermeld te worden, uitgegroeid tot het standaardwerk van de calvinistische reformatie.

De eerste periode van zijn werkzaamheid te Genève in samenwerking met Farel (1536-1538) is op teleurstelling uitgelopen als gevolg van zijn conflict met cle overheid en van zijn intransigente houding daarbij. Het verblijf te Straatsburg daarna (1538 —1541) heeft Calvijn in staat gesteld zich te wijden aan de inrichting en verdere organisatie van de Franse vluchtelingengemeente aldaar, die als voorbeeld zou dienen voor de Gereformeerde Kerk in Frankrijk, heeft hem doen profiteren van de omgang met Bucer en andere leiders, die in de strijd voor de zaak der Reformatie rijke ervaringen hadden opgedaan en heeft hem van nabij in contact gebracht met de problematiek van de strijd voor de reformatie in het Duitse rijk alsook met de mannen die daaraan, in het bijzonder op de godsdienstgesprekken, leiding gaven, waaruit zijn vriendschap met Melanchthon is gegroeid.

Gerijpt door ervaring is hij vervolgens naar Genève teruggekeerd waar hij met zijn ordonnances ecclésiastiques en met behulp van zijn Consistorie heel het openbare leven zocht te beheersen in theocratische stijl. In 1559 stichtte hij er de door Beza geleide Academie, die voor de verbreiding van het Calvinisme van grote betekenis is geweest.

Ook heeft Calvijn zich beijverd onder de protestantse Christenen een eenheid te bewerken. In Zwitserland is hem dat gelukt door de Consensus Tigurinus (1549) met Zwingli’s opvolger, Bullinger.

Bij de Luthersen onder leiding van mannen als Westphal stuitte hij daarentegen op een beslist afwijzende houding.

Behalve in Frankrijk heeft hij op de Reformatie in verschillende landen, als Engeland, Schotland, Nederland, bepaalde gedeelten van Duitsland, Polen en Hongarije, invloed geoefend door persoonlijke omgang en correspondentie met leidende figuren in deze landen en niet het minst ook door zijn Academie.

Zijn denken wijkt bij fundamentele overeenstemming toch ook in menig opzicht af van dat van Luther, die alles bij elkaar toch meer traditie-gebonden bleef. Dit uit zich duidelijk in zijn opvatting van het Avondmaal, maar ook in heel zijn Sacramentenleer, waarin iedere oorzakelijkheid aan het Sacrament zelf ontzegd werd.

Waar Luther met de mogelijkheid van doodzonde rekening hield, leerde Calvijn een onverliesbaarheid der genade, omdat hij uitverkiezing tot genade en uitverkiezing tot eeuwig leven met elkaar vereenzelvigde. Meer dan Luther was hij ook bedacht op vragen van kerkorde (organisatie der Kerk), streefde een strenge hervorming na van de liturgie en zocht ook het burgerlijke leven met zijn ideeën te infiltreren.

Zo betekent hij een groter breuk met de moederkerk dan Luther, een verdergaande verwijdering in denken en levensstijl. D.

N./j. c. G.