Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

BAROK

betekenis & definitie

(afgeleid van Portugees baroco, ruwe, onregelmatige parel) is in de eerste plaats de naam van een cultuur- en kunsthistorische periode, die begint in de tijd der Contra-Reformatie en die voortloopt tot aan de tijd van Verlichting en Romantiek (ca. 1550—1750). Het is een protest tegen het classicisme, dat in de Renaissance hoogtij vierde, gekenmerkt als het is door een grote beweeglijkheid van de vormen en grote aandacht voor de individualiteit, welke evenwel nooit werkelijk los raken van de strenge wetten ener dieper algemeenheid.

Het is deze merkwaardige combinatie van vrijheid en gebondenheid, die het Barok bij uitstek maakte tot de vormgeving van de Contra-Reformatie; waarmee echter niet gezegd is, dat het Barok alleen op katholieke bodem heeft gebloeid. Men heeft in het Barok centraal gesteld het thema van de overwinning: de overwinning van de mens over strakke, hem gevangen houdende wetten (nooit heeft bijv. de schilder zo virtuoos de wetten van het perspectief beheerst, de beeldhouwer zijn zwevende engelen laten vliegen, het geweld en de majesteit van extreme menselijke situaties gedramatiseerd), de overwinning van God over zijn vijanden.

Het is de tijd, dat in de contrareformatorische theologie Christus als de overwinnende koning wordt gehuldigd, en de Kerk van haar herboren levenskracht, haar expansie-drang en haar haast pathetisch-triomfantelijke hang naar het hemelse wil getuigen. Maar ook het koningschap bedient zich gaarne van het Barok om zijn onoverwinnelijkheid kond te doen, en de burgerlijke aristocraten van de jonge handelsstaten blijven niet achter.Men kan het Barok in drie perioden verdelen: het Barok van de 16de eeuw, uitgaande van Michelangelo’s werk in Rome, het Barok der 17de eeuw, dat zeer rijke en zelfs overdadige vormen aanneemt, geen grenzen van techniek erkent en in steeds meer versiering, in felle tegenstellingen van licht en schaduw zijn triomfen viert, en het late Barok, dat vormen en lijnen hun zwaarte ontneemt, weer strenger wordt aan de ene kant, aan de andere echter iedere lijn en ieder vlak oplost in een sierlijke welvingen kromming (Rococo).

c. w. M./J. w.