wordt nog in het aartsbisdom Milaan en in enkele parochies van het bisdom Lugano gepraktizeerd. In vele opzichten komt zij overeen met de oude Romeinse liturgie; dit blijkt reeds uit de beschrijving van de kerkgebruiken in de leervoordrachten De Mysteriis en De Sacramentis, die wel van Ambrosius stammen.
Daarnaast vindt men echter in de ritus der mis, de indeling van het kerkelijk jaar en de getijden tal van elementen die aan de Romeinse liturgie vreemd zijn en waarin eigen Noord-Italiaanse gebruiken en invloeden uit het Griekse Oosten bewaard zijn gebleven. AMBROSIUS (ca. 340-397), heilige, bisschop van Milaan, een der vier grote kerkvaders van het Westen, was naast Theodosius I de belangrijkste figuur van zijn tijd.
Toen hij in 374 als praefect van de provincie Aemilië en Ligurië bemiddelend wilde optreden in de strijd tussen Katholieken en Arianen over de keuze van een nieuwe bisschop van Milaan werd hij volkomen onverwacht hij was nog slechts catechumeen door beide partijen tot bisschop gekozen. Als bisschop streed hij onvermoeid voor de rechten der Kerk tegen het heidendom en de ketterij en voor haar zelfstandigheid tegen de macht van de staat, o.a. tegen keizerin Justina en keizer Theodosius.
Maar vóór alles was hij zielzorger; zijn studies, zijn preken (die veel hebben bijgedragen tot Augustinus’ bekering) waren daar vooral op gericht. Zijn talrijke werken, vooral die op exegetisch gebied, zijn grotendeels tot tractaten omgewerkte preken.
In zijn exegetische en dogmatische werken sterk afhankelijk van de Griekse Vaders, toont hij zich in zijn moreel-ascetische werken veel zelfstandiger. In verschillende er van verheerlijkt hij de maagdelijke staat.
Hij ijverde zeer voor de uitbouw van de liturgie in de Milanese Kerk, die daarom niet ten onrechte „Ambrosiaans” heet. Bovendien voerde hij, zoals Augustinus verhaalt, om de inbeslagneming van de Basilica Porziana door keizerin Justina te verhinderen, in het Westen de antiphonale zangmanier in en was hij een hymnendichter.
De melodieën dier hymnen werden door hem niet gemaakt, maar, zoals ook bij de Arianen de gewoonte was, van bekende volksliederen genomen (2 Ambrosiaanse hymnen). F. v.
R.