Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 08-02-2018

Tragedie

betekenis & definitie

De tragedie (van het Grieks tragōidia) is een theatergenre waarvan de oorsprong in het oude Griekse theater ligt. De tragedie verschijnt in Athene in de vijfde eeuw voor Christus, met voorstellingen tijdens de Dyonisia, Oud-Griekse feestelijkheden ter ere van de god Dionysos.

Tragedie wordt sinds Aristoteles als genre tegenover de komedie geplaatst. Terwijl de komedie bij Aristoteles inferieure mensen uitbeeldt, draait de tragedie om wat superieure mensen overkomt en hoe ze daar mee omgaan. Er worden personages van hoge afkomst ten tonele gevoerd die getroffen worden door het lot in de vorm van een dramatische wending in hun leven. Meestal eindigt een tragedie met de dood van een of meerdere personages. Aristoteles zag het in zijn 'Poetica' als de taak van de tragedie om "angst en medelijden" op te wekken tot bij het publiek, tot een louterend effect, de catharsis, werd bereikt.

De beroemdste Griekse tragedies uit de oudheid zijn waarschijnlijk de trilogie 'Oresteia' van Aeschylus, 'Oedipus Rex' van Sophocles en 'Trojaanse vrouwen' van Euripides. De stukken van de Romeinse tragicus Seneca waren erg bloedig en draaiden vaak om wraak. Zij zouden in de Engelse renaissance de inspiratie vormen voor de eerste wraaktragedie: Thomas Kyds 'The Spanish Tragedy' (1588).
In de navolgende periode beleefde het Engelse theater zijn grootste bloei, met de tragedies van Christopher Marlowe en William Shakespeare. Op het Europese vasteland waren de grootste schrijvers van tragedies de Spanjaarden Lope de Vega en Calderón de la Barca; de Fransen Pierre Corneille en Jean Racine, en de Duitsers G. E. Lessing, Goethe en Schiller.

Enkele bekende 20e-eeuwse tragedies zijn Eugene O'Neills 'Mourning Becomes Electra' (1931), Bertolt Brechts 'Mutter Courage'und ihre Kinder') (1941), Arthur Millers 'Death of a Salesman '(1949), en Samuel Becketts 'Waiting for Godot' (1953).