Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 07-02-2018

Synchroniciteit

betekenis & definitie

Synchroniciteit werd door Jung gedefinieerd als "een acausaal, verbindend beginsel". Van synchroniciteit is sprake wanneer twee of meer psychische of fysieke gebeurtenissen min of meer tegelijkertijd optreden in een voor de betrokkene zinvol verband, dat niet noodzakelijk als causaal wordt ervaren.

Eenvoudig gezegd: je ervaart het als meer dan gewoon toeval, omdat de twee gebeurtenissen voor jou met elkaar te maken schijnen te hebben, maar niet zo dat het ene het andere heeft voortgebracht. Jung zag synchroniciteit als een ander verklaringsmodel dat naast causaliteit zijn plaats verdiende. Jung voerde dit begrip in toen hij, na bestudering van de psychologie van onbewuste processen, constateerde dat het causaliteitsbeginsel ontoereikend was om bepaalde merkwaardige verschijnselen in de onbewuste psychologie te verklaren. Zo vond hij vaak merkwaardige parallellen in bijvoorbeeld dromen, ziektebeelden en ervaringen van zijn patiënten. Deze samenhang leek hem niet louter toevallig, maar wezenlijk. Vandaar dat hij het "synchroniciteit" doopte.

Een bekend, door Jung aangehaald voorbeeld van synchroniciteit is het volgende: terwijl een van zijn patiënten haar droom over een scarabee beschreef, vloog er een kever met een glanzend schild de kamer binnen. Omdat de scarabee bij de oude Egyptenaren het symbool van wedergeboorte was, begreep Jung dat deze 'coïncidentie' bedoeld was om te onderstrepen dat de vrouw behoefte had om te ontsnappen aan het te sterke rationalisme dat haar in zijn greep had: zijn patiënt had haar bewuste een al te dominerende rol laten vervullen in haar persoonlijkheid. Jung bracht de werking van astrologie, tarot en I Tjing in verband met synchroniciteit en niet met causaliteit. Deze (orakel)systemen steunen dus op het inzicht dat twee gelijktijdig optredende fenomenen een zinvol verband met elkaar kunnen hebben, zonder dat er sprake is van een oorzaak-gevolg-relatie.