Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 31-01-2019

Neoplatonisme

betekenis & definitie

Neoplatonisme is een filosofisch stelsel dat ontstaan is door samensmelting van de filosofie van Plato, Aristoteles en de Stoa, plus elementen uit de oosterse, mystieke godsdiensten. De moderne betekenis van de term is die van een school voor religieuze en mystieke filosofie die vorm kreeg in de 3e eeuw.

De belangrijkste vertegenwoordiger is de derde-eeuwse filosoof Plotinus (ca. 204/205). Het neoplatonisme betekende het einde van de antieke filosofie. Het neoplatonisme nam het dualisme van Plato over met een superieure wereld van Ideeën en een ondergeschikte aardse wereld. Het zou met zijn driedeling God-Geest-Wereldziel, allen ontstaan uit 'Het Ene' (Idee), een grote invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het christendom.

De term werd vanouds ook gebruikt om er binnen de oude academie van Plato de hele periode mee aan te duiden volgend op Plato's leiderschap, dus vanaf Plato's onmiddellijke opvolgers Speusippus en Xenocrates, doorheen de periode van het midden-platonisme (ca. 80 v.Chr.- 220) tot aan Plotinus. Deze opvatting is dus gelijk aan de 'minimum' interpretatie'.

Neoplatonisme kan verder ingedeeld worden in drie periodes:

1 - de periode van Plotinus en zijn onmiddellijke opvolgers (3e eeuw)
2 - de periode van de "Syrische school" van Iamblichus en zijn volgelingen (4e eeuw)
3 - de periode van de "Atheense school" begonnen door Plutarchus van Athene. Tot deze school behoren Syrianus, Proclus en hun opvolgers tot aan Damascius (5e en 6e eeuw), de laatste scholarch van de School van Athene.