Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 12-07-2021

Chrysopoeia

betekenis & definitie

Chrysopoeia (van het Oudgrieks khrusōn, goud, en poiēin, maken) kan worden vertaald als transmutatie, het omzetten van gewone metalen in de edelmetalen goud en zilver. Symbolisch verwijst het ook naar de Steen der wijzen als product en eindfase van wat de alchemisten "het Grote Werk" noemden.

Een vroeg gebruik van de term is te vinden in de "Chrysopoeia" van Cleopatra, een alchemistisch leerboek dat vermoedelijk stamt uit de laat-hellenistische periode. Het werd echter pas echt bekend in de middeleeuwen. Het boek handelt over "het Ene tot het Alles" (en to pan), een concept dat verwant is aan Ouroboros en hermetische wijsheid. Eveneens bekend is 'De Chrysopoeia' van de 7e-eeuwse Britse filosoof en astronoom Stephanus Alexandrinus. De dichter Giovanni Augurello schreef in 1515 een gedicht met de titel "Chrysopoeia".

De beschrijvingen van de perfecte steen of elixer waren talrijk en divers. In sommige ervan werd het afgebeeld als een zwaar, glinsterend poeder, dat smolt zonder rook te produceren. Het poeder was rood of wit, in overeenstemming met zijn vermogen om de onedele metalen om te zetten in goud of zilver wanneer ze erop 'geprojecteerd' werden. De Vlaamse alchemist Van Helmont beschreef het in 1618 'van kleur, zoals saffraan in zijn poeder, maar toch zwaar en glanzend als gepoederd glas', en de Nederlandse hofarts en alchemist Helvetius schreef in 1667 dat de tinctuur op glas of bleke zwavel leek.

Er is gesuggereerd dat het idee van transmutatie oorspronkelijk voortkwam uit de ontdekking in het oude Egypte van legeringen die goud simuleerden, 'zodat zelfs de goudwerkers zullen worden misleid', zoals een tekst luidt in de Leiden Papyrus van de eerste of tweede eeuw. Uit studies van latere geschriften van de alexandrijnse alchemisten blijkt echter dat het oorspronkelijke Egyptische 'maken van goud' en 'maken van zilver' alleen bestond uit het indrukken van de kleuren goud en zilver op de basismetalen, en dat de middeleeuwse 'pseudoalchemisten' van West-Europa, door deze termen letterlijk te interpreteren, op een vals spoor werden geleid.