Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 11-02-2018

Analytische psychologie

betekenis & definitie

Analytische psychologie is de naam die Jung gaf aan zijn psychologisch-therapeutisch systeem, dat ook 'jungiaanse psychoanalyse' wordt genoemd. Het kenmerkt zich door een focus op de rol van symbolische ervaringen in het menselijk leven.

De Zwitserse arts en psycholoog Carl Gustav Jung (1875-1961) kwam tot het inzicht dat individuen ook worden beïnvloed door onbewuste factoren die buiten hun persoonlijke ervaring liggen, en die een meer universele kwaliteit hebben. Deze factoren noemt hij de archetypen die het collectief onbewuste vormen, en herkenbaar zijn in universele verhalen, dromen en mythen. Het analytische proces heeft tot doel om deze factoren, zowel de persoonlijke als de collectieve, bewust te maken, waardoor het individu duidelijker beseft welke krachten er in zijn of haar leven spelen. Dit is het individuatieproces.

Voor Jung was de psyche een innerlijke wereld die even omvangrijk was als de uiterlijke wereld. Deze enorme innerlijke wereld is minstens even mysterieus, en nog moeilijker te doorgronden dan de uiterlijke wereld. Jung heeft er zijn hele leven lang naar gestreefd om iets van de sluier op te lichten, om een klein stukje van het mysterie van de psyche te leren kennen. In Jungs visie is een menselijk wezen innerlijk een geheel. Hij stelde dat de meesten van ons echter het het contact hebben verloren met belangrijke delen van ons 'zelf'. Door te luisteren naar de boodschappen van onze dromen en verbeelding, is het mogelijk om die verschillende delen opnieuw met elkaar te integreren. Het doel van het leven is individuatie, het proces dat gericht is op de harmonisatie van de verschillende componenten van de psyche.