Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

wekelijk

betekenis & definitie

('we:kələk) bn. en bw. (–er, –st)

1. enigszins week : een – gestel.
2. teder : een – gemoed.
3. verwijfd : –e zeden.

wekelijks ('we:kələks)

I. bw.
1. iedere week : 60 gulden verdienen.
2. eens per week : samenkomen.

II. bn.

1 . per week uitbetaald : een loon.
2. iedere week plaats hebbend of verschijnend : een -e vergadering, krant.

< >