(vər'heffən) (verhief, heeft verheven)
I. 1. hoger maken : een stellage -.
2. Rek. hoger brengen : een getal tot zekere macht -.
3. doen toenemen : zijn stem -. → stem.
4. bevorderen : iemand tot een waardigheid, in de adelstand -.
5. roemen. → hemel.
II. zich -
1. omhoogstijgen, rijzen : de ballon verheft zich; zich boven het middelmatige -.
2. trots, hoogmoedig zijn : zich op zijn rijkdom, zijn stand -.
3. sterker worden, toenemen : de koorts, de wind verheft zich.