('sme:kən) (smeekte, heeft gesmeekt)
1. ootmoedig verzoeken : God om hulp —; de koning (om) genade ; -d zijn stem verheffen; met -de stem. Syn. → aanroepen.
2. aandringen om tot iets te bewegen : ik smeek u hem niet te verlaten. Syn. → bezweren (5).