('schildər) m. (-s; -tje)
1. Alom. hij die bouwwerken enz. schildert, verft : de -s zijn al aan het huis bezig; huisschilder. Syn. verver.
2. Inz. hij die de kunst van schilderen beoefent : die jongen zal een groot worden; kunstschilder; voor de zitten, zich laten schilderen.