Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

piek (puntig iets)

betekenis & definitie

(pi:k) v. (-en; -je) [Fr. pic] iets dat (uit-) steekt, puntig toeloopt nl.

1. kegelvormige bergtop : de van Indrapoera.
2. ijskegel : de -en (ijs) hangen aan de daken.
3. scherp toelopende achterste ruimte in het onderachterschip ; iets in de bergen.
4. Scheepst. spits toelopend uiteinde van de gaffel.
5. puntig uitstekende haarlok ; heur haar had ze in -jes.
6. spriet, jonge scheut : de -en van de hop.

< >