Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

patos

betekenis & definitie

(pa:tos) o. [Gr. pathos, smart, aandoening]

1. Algm. vuur, bezieling, hartstochtelijkheid: een vals -.
2. Inz. hoogdravendheid, gezwollenheid: met spreken.



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.