(pa'go:də) v. (-n, -s) [Port. < Indisch]
I. Eig.
1.tempel in Oost-Azië.
2. Uitbr. heilige toren in piramidevorm.
II. Metn. [van I 1]
1.afgodsbeeld in een pagode vereerd.
2. O. I. [oorspronkelijk van een pagodeafbeelding voorziene] gouden rekenmunt van f 3,98-5,25.