Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

oranje

betekenis & definitie

(o'ranjə) A. (-n, -s) [Fr. (met bijgedachte aan or, goud) < Perz.]

I. m. Eig, 1. goudkleurige, sappige, rondachtige vrucht van de oranjeboom.
2. Uitbr. sinaasappel.

II. Metn. [van I 1] l.m. gekonfijte oranje(schillen): een pot met -s.

2. v. oranjeboom.
3. o. roodgele kleur van de oranje.
B. bn. en bw. oranjekleurig : linten; een wimpel; -, blanje, bleu.

< >